Paragrafen

Lokale heffingen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De lokale heffingen vormen een belangrijk deel van de inkomsten van de gemeente. Inzicht in de omvang, werking en reikwijdte van deze heffingen is belangrijk voor de raad, omdat die heffingen vaak de enige mogelijkheid zijn om aanvullende wensen te kunnen verwezenlijken of dekken. Door vaststelling van de begroting worden de wensen in principe bekrachtigd en de middelen ingezet. Voor de (beleids-)voornemens verwijzen wij naar de programma’s. In deze paragraaf geven we inzicht in de belastingen en heffingen (retributies, rechten en leges) en de betekenis daarvan voor de gemeente Valkenswaard. Per heffing gaan we in op het beleid, de geraamde inkomsten en de tarieven. Ook gaan we in op de lokale lastendruk en het kwijtscheldingsbeleid. We onderscheiden de lokale heffingen in:

Algemeen dekkingsmiddel Bestemmingsheffing
Onroerende zaakbelasting (OZB) Riool- en waterzorgheffing
Parkeergelden Afvalstoffenheffing/ reinigingsrechten
Precariobelasting Leges
Reclamebelasting Lijkbezorgingsrechten

Tarieven lokale heffingen

Terug naar navigatie - Tarieven lokale heffingen

De opbrengsten van de lokale heffingen in 2025 bedragen naar verwachting:

Bedragen x €1.000
Exploitatie Realisatie 2023 Begroting 2024 (incl klad en wijzigingen) Primitieve begroting 2025 Primitieve begroting 2026 Primitieve begroting 2027 Primitieve begroting 2028
60020300 Secretarieleges 227 254 305 305 305 305
60061100 Onroerende zaakbelast woningen eigenaren 5.776 5.932 5.904 5.904 5.904 5.904
60062100 Onroerende zaakbelast nietwoningen eigenaren 1.932 1.709 1.720 1.720 1.720 1.720
60062200 Onroerende zaakbelast niet woningen gebruiker 1.397 1.196 1.206 1.206 1.206 1.206
60063101 Betaald en belanghebbenden parkeren baten 695 701 701 701 701 701
60064100 Reclamebelasting 86 90 90 90 90 90
60064200 Precariobelasting 73 62 62 62 62 62
67020900 Rioolrechten 3.351 3.455 3.637 3.790 3.943 3.943
67030900 Afvalstoffenheffing 4.409 4.400 4.853 4.853 4.853 4.853
67050900 Baten begraafplaatsrechten 165 188 188 188 188 188
68030900 Bouwleges 390 601 869 869 869 869
Totaal 18.500 18.586 19.534 19.687 19.840 19.840

Belastingdruk

Terug naar navigatie - Belastingdruk

De berekening van de belastingdruk is gebaseerd op de som van afvalstoffenheffing , de gemiddelde waarde van de onroerende zaken (OZB) en de riool- en waterzorgheffing. Alle bedragen zijn gebaseerd op een meerpersoonshuishouden (gezin).

bedragen x € 1.000
Omschrijving 2022 2023 2024 2025
Gemiddelde woningwaarde (afgerond) 296.000 325.000 334.000 347.000
OZB-lasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde 346 351 343 339
Afvalstoffenheffing voor een gezin 319 332 330 360
Riool- en waterzorgheffing voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde 205 205 215 225
Totale woonlasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde 870 888 888 924
Woonlasten landelijk gemiddelde voor gezin in jaar t 904 944 994 NNB.
Belastingdruk als % van het landelijk gemiddelde 96% 94% 89% NNB.
* Deze tabel is op basis van een meerpersoneelshuishouden met eigen woning. Bron woonlasten landelijk meerpersoonshuihouden met eigen woning = coelo.nl

Onroerende zaakbelasting

Terug naar navigatie - Onroerende zaakbelasting

Alle onroerende zaken binnen de gemeentegrenzen worden jaarlijks gewaardeerd. Op basis van eerdergenoemde uitgangspunten en het tarief gebaseerd op een percentage van de WOZ-waarde, wordt de aanslag onroerende zaakbelastingen berekend en aan de belastingplichtige opgelegd. In de begroting 2025 is een opbrengst gecalculeerd van € 8.831.000 (afgerond).

De OZB-opbrengsten zijn ten opzichte van 2024 toegenomen. De toename van € 182.000 wordt verklaard door de verhoging van OZB opbrengsten als gevolg van areaaluitbreiding en indexering (1,5% zoals beschreven in de nota kaders).

bedragen x € 1.000
Omschrijving WOZ waarde Tarief 2025* Begroting 2024 Begroting 2025 Toename 2025 t.o.v. 2024
1-1-2025
Woningen 6.009.122 0,0978 5.782 5.904 122
Niet woning eigenaren 657.029 0,2614 1.685 1.720 36
Gebruikers 586.982 0,2054 1.183 1.206 24
Totaal 8.649 8.831 182
* Tariefbedrag: bedrag is zoals genoemd, niet x € 1.000

Parkeerbelasting

Terug naar navigatie - Parkeerbelasting

De heffing van de parkeerbelasting is geregeld in de “Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen”. Het innen van parkeergelden moet gezien worden als een sturingsinstrument voor het reguleren van de parkeerdruk. De opbrengst in de begroting 2025 is geraamd op € 701.000, inclusief parkeerkaarten en naheffingstoeslagen. In de begroting 2025 hebben we rekening gehouden met een opbrengst van naheffingsaanslagen van in totaal € 35.000.

Voor parkeertarieven zie onderstaande tabel:

Centrumgebied Schil centrum
Tijd Tarief Tijd Tarief
60 minuten € 0,60 60 minuten € 1,50
120 minuten € 2,40 120 minuten € 3,00
180 minuten € 4,00 24 uur/dagkaart € 3,00
240 minuten € 5,60
240 minuten maximale parkeertijd

Precariobelasting

Terug naar navigatie - Precariobelasting

Het is mogelijk om voor het gebruik van gemeentegrond precariobelasting te heffen. De belasting is verschuldigd als een ondernemer op, onder of boven, voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, voorwerpen heeft, zoals terrassen, luifels, pijpleidingen en uithangborden. De opbrengst komt ten goede aan de algemene middelen, tenzij er sprake is van een specifieke oormerking, zoals de opbrengsten van de tijdelijke terrassen bij evenementen. De hoogte van de precariobelasting hangt af van de soort en de grootte van de voorwerpen, en van de oppervlakte die in beslag genomen wordt.

De gemeente Valkenswaard legt alleen precariobelasting op bij terrassen (zomer, winter of tijdelijke terrassen). Aan de hand van de afgegeven vergunningen leggen we de aanslagen op. De totaal gecalculeerde opbrengst precariobelasting (terrassen) 2025 is € 62.000. 

Tabel afvalstoffenheffing

Terug naar navigatie - Tabel afvalstoffenheffing

Het bedrag van de afvalstoffenheffing bestaat uit € 4.808.038 euro afvalstoffenheffing en  € 45.000 euro reinigingsrecht.

Bij berekening van de inkomsten uit afvalstoffenheffing is rekening gehouden met de gevormde voorziening afval uit de jaarrekening 2023 á afgerond  € 180.000 te verrekenen met de heffing van 2025. 

Kleine bedrijven in het centrum van Valkenswaard kunnen een container bij Cure aanvragen. Daar zijn wel voorwaarden aan verbonden. Deze bedrijven moeten zo klein zijn dat de hoeveelheid en de aard van het afval overeenkomt met huishoudelijk afval. Ook mogen zij zelf geen ruimte hebben om een container van een commercieel afvalbedrijf te plaatsen. En tot slot moeten zij gelegen zijn aan de inzamelroute van huishoudelijk afval. Dergelijke bedrijven betalen geen afvalstoffenheffing, maar een zogenaamd reinigingsrecht.

bedragen x € 1.000
Afvalstoffenheffing/reinigingsrecht 2023 2024 2025
Realisatie Begroot Begroot
Kosten taakveld Afval (100%) 3.682 3.979 4.176
Inkomsten taakveld Afval exclusief heffingen -434 -619 -458
Kosten Taakveld Verkeer en vervoer inclusief rente (1%) 128 111 146
Netto kosten taakveld 3.376 3.471 3.864
Toe te rekenen kosten:
Overhead 80 57 64
Overhead Verkeer en vervoer 31 28 41
BTW 739 802 839
Totale kosten 4.226 4.358 4.809
Opbrengst heffing 4.405 4.355 4.808
Dekkingspercentage 104% 99,9% 100%

Afvalstoffenheffing tarieven

Terug naar navigatie - Afvalstoffenheffing tarieven

Hieronder zijn de tarieven van de afvalstoffenheffing 2025 weergegeven.

bedragen in €1.000
2022 2023 2024 2025
Afvalstoffenheffing; Eenpersoonshuishouden 228 237 235 257
Afvalstoffenheffing; Meerpersoonshuishouden 319 332 330 360
De afvalstofheffing per extra afvalcontainer 319 332 330 360
Omvang voorziening Reiniging per 1/1 - - 180 -

Riool- en waterzorgheffing

Terug naar navigatie - Riool- en waterzorgheffing

Naast de afvoer van het hemelwater en afvalwater heeft de gemeente ook de algehele zorgplicht voor water (zowel grond- als oppervlaktewater). In 2022 is het verbreed Gemeentelijk Riolering Plan (vGRP) 2023 – 2027 vastgesteld. Het daarin opgenomen investeringsprogramma en de actualisatie van de exploitatiekosten, hebben geleid tot een aanpassing van de exploitatielasten. Voor de bepaling van de tarieven voor riool- en waterzorgheffing zijn we uitgegaan van dit vGRP. Hierin is een berekening gemaakt waarbij rekening wordt gehouden met een kostendekkend tarief over een periode van10 jaar. Het vGRP wordt elke 4 jaar geactualiseerd. In het vGRP zijn de volgende tarieven vastgesteld: 

bedragen in € 1.000
Jaarschijf Heffing riolering VGRP
2024 215
2025 225
2026 235
2027 245
2028 255
2029 260
2030 270
2031 270
2032 270

Tabel riool- en waterzorgheffing

Terug naar navigatie - Tabel riool- en waterzorgheffing

In de begroting 2025 – 2028 is het vastgestelde tarief uit het verbreed Gemeentelijke rioleringsplan overgenomen. 

De jaarlijkse kosten van riolering worden gedekt door de riool- en waterzorgheffing, waarbij we verschillen tussen de kosten en de heffing onttrekken dan wel storten in de “voorziening riolering”. Deze voorziening heeft als doel om de riooltarieven in de komende jaren gefaseerd te laten stijgen. We streven naar 100% kostendekking over een langere periode. 

bedragen x € 1.000
Riool- en waterzorgheffing 2023 2024 2025
Realisatie Begroot Begroot
Kosten taakveld(en) inclusief rente (100%) 2.683 2.880 2.818
Kosten taakvelden openbaar groen en milieu inclusief rente 217 235 238
Inkomsten taakvelden exclusief heffingen -39 -99 -59
Netto kosten taakveld 2.861 3.016 2.996
Toe te rekenen kosten:
Overhead 314 380 260
Overhead taakveld groen en milieu 90 136 101
BTW 610 693 465
Totale kosten 3.875 4.225 3.822
Opbrengst heffing 3.351 3.455 3.637
Dekkingspercentage 86% 82% 95%

Tarieven riool- en waterzorgheffing

Terug naar navigatie - Tarieven riool- en waterzorgheffing

Hieronder zijn de tarieven van de riool- en waterzorgheffing 2025 weergegeven.

bedragen in € 1.000
2022 2023 2024 2025
Tarief rioolheffing 205 205 215 225
Omvang voorziening Riolering per 1/1 3.373 3.381 2.847 2.662

Leges

Terug naar navigatie - Leges

Onder de naam ‘leges’ heffen we een aantal verschillende rechten voor het genot van door de gemeente verstrekte diensten. Te denken valt aan: leges burgerzaken, leges APV-vergunningen, leges bouwvergunningen en leges gebruiksvergunningen. Binnen de gemeente maken we gebruik van de applicatie kostendekkendheid.nl. Dit is een applicatie die gemeentes ondersteunt bij het jaarlijks berekenen van de kostendekkendheid van leges, zowel voor de begroting als jaarrekening. Voor het berekenen van de leges (secretarie + bouwleges) voor begroting 2025 hebben we deze applicatie gebruikt. 

Hieronder is een tabel opgenomen waarin wordt voor de verschillende leges uiteengezet; hoeveel de inkomsten bedragen, hoeveel de kosten bedragen en wat de kostendekkendheid is. Het BBV (besluit begrote en verantwoorden) schrijft gemeentes voor dat zij maximaal 100% kostendekkendheid is per hoofdstuk. Valkenswaard kent 3 hoofdstukken namelijk 1. Algemene dienstverlening, 2. Omgevingswet en 3. Europese dienstenrichtlijn. 

bedragen in €
Omschrijving Kosten Opbrengsten Kostendekkendheid
1 Algemene dienstverlening
Burgerlijke stand € 66.571 € 31.787 47,75%
Reisdocumenten en Nederlands identiteitskaart € 392.283 € 354.829 90,45%
Rijbewijzen € 161.544 € 138.004 85,43%
Verstrekking in het kader van basisregistratie persoonsgegevens € 15.097 € 9.015 59,71%
Bestuursstukken - - -
Vastgoedinformatie - - -
Overige publiekszaken € 39.218 € 14.135 36,04%
Gemeentearchief - - -
Bijzondere wetten € 79.760 € 33.555 42,07%
Diversen € 10.243 € 10.479 102,30%
Totaal € 764.716 € 591.804 77,39%
2 Omgevingswet
Algemene bepalingen - - -
Voorfase € 91.347 € 43.311 47,41%
Activiteiten met betrekking tot bouwwerken € 409.886 € 611.328 149,15%
Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed - - -
Milieubelastende activiteiten € 18.680 € 18.676 99,98%
Lozingsactiviteiten - - -
Aanlegactiviteiten € 26.020 € 4.892 18,80%
Overige activiteiten € 57.284 € 10.642 18,58%
Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten € 1.838 € 1.776 96,63%
Gelijkwaardigheid - - -
Overige tarieven € 250.229 € 140.538 56,16%
Modaliteiten (verhogingen) € 39.837 € 37.261 93,53%
Vermindering - - -
Teruggaaf - - -
Totaal € 895.121 € 868.424 97,02%
3 Europese dienstenrichtlijn
Horeca € 5.869 € 4.642 79,09%
Seksbedrijven - - -
Winkeltijdenwet - - -
Organiseren evenement of markt € 66.948 € 27.529 41,12%
Standplaatsen - - -
Huisvestigingswet 2014 - - -
In dit hoofdstuk niet benoemd besluit € 384 € 450 117,19%
Totaal € 73.201 € 32.621 44,56%
Totaal kostendekkendheid € 1.733.038 € 1.492.849 86,14%

Lijkbezorgingsrechten

Terug naar navigatie - Lijkbezorgingsrechten

We heffen lijkbezorgingsrechten om de kosten op begraafplaatsen te dekken. Het dekkingspercentage voor begroting  2025 is 73,44%.

bedragen x € 1.000
Lijkbezorgingsrechten 2023 Realisatie 2024 Begroot 2025 Begroot
Lijkbezorgingsrechten 164 188 188
Uitgave begraafplaats 288 253 256
Totaal -124 -65 -68
Dekkingspercentage 56,94% 74,31% 73,44%

Kwijtschelding

Terug naar navigatie - Kwijtschelding

De gemeente kan kwijtschelding verlenen van gemeentelijke heffingen en kan daarbij  zelf beslissen voor welke heffingen kwijtschelding mogelijk is. In Valkenswaard is kwijtschelding alleen gedeeltelijk mogelijk voor de afvalstoffenheffing. Voor de overige heffingen, zoals onroerende zaakbelasting, rioolrecht en leges burgerzaken, is geen kwijtschelding mogelijk. Voor het kwijtschelden hanteert Valkenswaard de maximumnorm van 100%. Dit betekent dat op 100% van het bijstandsniveau belastingen worden kwijtgescholden. Het maximumbedrag aan kwijtschelding bij de afvalstoffenheffing is in 2025 € 257. Wij verlenen ‘automatisch’ kwijtschelding aan huurders van woningen die twee maanden vóór de dagtekening van de aanslag één jaar onafgebroken een uitkering hebben ontvangen. Deze huurders mogen geen positieve vermogensbestanddelen hebben. Dit doen wij op grond van de Wet Werk en Bijstand.  

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Het gemeentelijk weerstandvermogen geeft aan in welke mate de gemeente in staat is financiële tegenvallers op te vangen. Om deze tegenvallers op te pakken moet er een mate van financiële ruimte zijn binnen de begroting en/of vermogenspositie. Deze vrije ruimte is de weerstandscapaciteit. 

De weerstandscapaciteit bestaat uit middelen die de gemeente inzet om onverwachte of onvoorziene omstandigheden te dekken. Hier wordt in acht genomen dat dit niet ten koste gaat van de uitvoering van bestaande taken. 

Jaarlijks wordt er tweemaal een inventarisatie gemaakt van de aanwezige risico's (bij de Jaarstukken en Programmabegroting) welke worden afgezet tegenover het weerstandscapaciteit. De risico's worden gedefinieerd als gebeurtenissen die de gemeente negatief kunnen beïnvloeden, waarvoor geen directe maatregelen zijn getroffen en welke van materiele omvang zijn voor de financiële positie van de gemeente.

Beleid

Terug naar navigatie - Beleid

Onze weerstandscapaciteit zetten wij af tegen de geïnventariseerde risico’s. Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, leggen we een relatie tussen de financieel gekwantificeerde risico’s en daarbij gewenste weerstandscapaciteit enerzijds en de beschikbare weerstandscapaciteit anderzijds. De relatie tussen beiden geven we in onderstaande figuur weer:

Beschikbare weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Beschikbare weerstandscapaciteit

Ondanks de werking van risicomanagement kunnen we te maken krijgen met financiële nadelen. Deze nadelen ontstaan wanneer voor tegenvallers geen dekking aanwezig is. Door voldoende weer-standscapaciteit kunnen we, zonder beleidsaanpassingen, deze financiële nadelen opvangen.

Hieronder is de beschikbare weerstandscapaciteit weergegeven:

bedragen x € 1.000
2025 2026 2027 2028
Algemene reserve 12.950 12.150 11.976 11.802
Vrij aanwendbare specifieke bestemmingsreserves 6.956 6.350 6.130 6.040
Budget onvoorzien 50 50 50 50
Begrotingsruimte (bandbreedte) 408 -3.475 -2.427 -3.160
Stille reserve(s) - - - -
Onbenutte belastingcapaciteit 2.653 2.653 2.653 2.653
Kostenreductie (bezuinigingen) - - - -
Totaal 23.017 17.728 18.382 17.385

Gemiddeld OZB tarief

Terug naar navigatie - Gemiddeld OZB tarief

Onroerendezaakbelastingen (OZB) Het redelijk peil voor de OZB wordt berekend via onderstaande tabel.

 

Op basis van deze tabel is het percentage van de WOZ-waarde voor toelating tot artikel 12 voor het jaar 2025 (redelijk peil OZB) vastgesteld op 0,1595 (pagina 96 van de meicirculaire 2024).
Bij de toetsing gaat het ministerie er van uit dat de tarieven voor riool en afval volledig dekkend zijn.

Risico's

Terug naar navigatie - Risico's

Voor de bepaling van het weerstandsvermogen moeten de gekwantificeerde risico’s van de gemeente bij elkaar geteld worden. Ook moet er rekening gehouden worden met de kans dat de onderkende feiten zich zullen voordoen. Voor het bepalen van de kans dat een risico zich daadwerkelijk manifesteert, maken we per risico een analyse. Hiervoor wordt een bedrag opgenomen waarin ook de kans in opgenomen is dat een risico zich voordoet. 

De relevante risico’s voor het weerstandsvermogen zijn die risico’s die niet anderszins zijn ondervangen. Risico’s die zich regelmatig voordoen en die veelal vrij goed meetbaar zijn, maken geen deel uit van deze paragraaf. Hiervoor zijn immers verzekeringen afgesloten dan wel voorzieningen gevormd. Het gaat dus uiteindelijk om die risico’s die de financiële positie van de gemeente kunnen verstoren.

In het volgende overzicht zijn risico’s opgenomen van economische, politieke, juridische, milieutechnische of financiële aard. Deze risico’s zijn niet limitatief opgesomd. Naast de risico’s die feitelijk alle gemeenten lopen, zijn hier de risico’s vermeld die bekend zijn en specifiek de gemeente Valkenswaard betreffen. 

Bij mogelijke risico’s denken wij onder andere aan:
•    Open-einde regelingen
•    Beheerplannen
•    Grondexploitatie (bijvoorbeeld: stagnatie van grondverkopen en ontwikkeling plannen)
•    Gemeenschappelijke regelingen (zoals Cure, Metropoolregio Eindhoven (MRE), etc.)
•    Economische ontwikkelingen (inflatie)
Voor bovengenoemde zaken geldt dat wij risico’s alleen meenemen als het om een materieel risico gaat. Hierbij hanteren wij de ondergrens van € 50.000.

Bij het bepalen van een norm (ratio weerstandsvermogen) is het belangrijk dat we zoeken naar een evenwicht tussen financiële soliditeit enerzijds en het streven om niet onnodig geld “op de plank” te laten liggen anderzijds. Een belangrijk criterium hierbij is de kwalitatieve beoordeling van de risico’s.  Als deze hoger uitvallen, kunnen we volstaan met een lagere financiële weerstandscapaciteit en dus met een lager verhoudingsgetal.

De volgende risico's zijn opgenomen in voor de berekening van de weerstandscapaciteit:

a. Schadeclaims
De gemeente kan schadeclaims ontvangen die zijn ontstaan door onder andere onvoldoende weg- of groenbeheer, het wijzigen van bestemmingsplannen, het uitvoeren van grote (bouw)projecten, het verlenen of weigeren van vergunningen, het uitvaardigen van nieuwe regels op het gebied van gebruik van openbare ruimten, het subsidiebeleid of welk ander onderwerp ook, als het maar in verband gebracht kan worden met de activiteiten die de gemeente ontplooit. 

b. Planschade
In het kader van risicobeheersing wijzen we op de risico’s van schadeclaims op grond van artikel 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro), de zogeheten planschade. Voor bestemmingsplannen die dienen ter actualisatie geldt dat eventuele planschade niet verhaald kan worden op de ontwikkelaar. Op grond van de nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening geldt per 1 juli 2008 – een drempel van 2%, wat inhoudt dat planschade alleen tot uitkering komt als deze de waardevermindering van het object met meer dan 2% overschrijdt. Voor bestemmingsplannen die dienen ter ontwikkeling geldt dat met de ontwikkelende partijen

c. Verbonden partijen
De verbonden partijen geven voor een deel zelf aan welk risico er in hun begroting zit voor deelnemende gemeenten. Dit risico wordt vermenigvuldigd met het aandeel dat de gemeente Valkenswaard heeft in de regeling,  Als er uit de begroting van de verbonden partij geen duidelijkheid gegeven kan worden over de risico's, wordt 10% van de gemeentelijke bijdrage opgenomen als risicobedrag. 

d. Grondexploitaties
In juni 2021 is besloten om voortaan alle winsten en verliezen uit grondexploitaties af te wikkelen via de reserve grondexploitaties. De risico's van de grondexploitaties worden daarmee gedekt uit deze reserve. Het risico wordt hier inzichtelijk gemaakt. 

e.  Sociaal domein
De lasten voor het sociaal worden in de programmabegroting zoveel reëel mogelijk geraamd. Echter kan er gedurende het jaar een verandering in de aantallen ontstaan, welke niet binnen de macht van de gemeenten ligt. Zo kunnen nieuwe inwoners van de  gemeenten mee zorg nodig hebben hebben, of wordt er gedurende het jaar een groter beroep gedaan op andere vormen van zorg. Waar de gemeente wel grip heeft op de prijsafspraken met zorgleveranciers, zijn de aantallen niet altijd goed in te schatten. Hiervoor nemen een risico op in het weerstandvermogen voor de Hulp bij het huishouden en Jeugdhulp, beide van €250.000.

f. Inkomsten uit leges
Inkomsten uit hebben voor een gedeelte een grillig, onvoorspelbaar karakter. Waar elke inwoner elke 10 jaar een nieuw ID-bewijs nodig heeft, en de OZB geheven wordt over alle bestaande gebouwen, zijn andere legesinkomsten afhankelijk van de conjunctuur. Denk hierbij met name aan bouwleges (leges omgevingswet), reclame- en precariobelasting en OZB niet-woningen gebruikers. Voor deze onvoorspelbaarheid is een risico opgenomen. 

g. Inkomende subsidies
In de begroting is een aantal structurele subsidies verwerkt. Als de bijbehorende regelingen gedurende het jaar gewijzigd worden kan het mogelijk zijn om deze inkomsten neerwaarts bij te stellen. Doorgaans zal een redelijke termijn hiervoor in acht genomen worden.

h. Drugsdumpingen
Wekelijks worden op verschillende plaatsen in de provincie Noord Brabant drugsdumpingen aangetroffen. Gemiddeld bedragen de kosten van het opruimen van een dergelijke dumping € 12.500. De kosten worden door het Rijk vergoed tot een maximum van € 25.000 per geval. Een enkele keer leidt een drugsdumping tot hele hoge saneringskosten, reden om een bedrag in de risico inventarisatie op te nemen. 

i. Inflatie
Inflatie blijft een risico wat altijd aanwezig zal zijn. Hoe goed we onze lasten ook proberen te indexeren, de afgelopen jaren heeft ons laten zien dat inflatie lastig blijft te voorspellen, en met name de doorwerking hiervan in de prijzen van diensten en goederen die de gemeente in moet kopen.  Hoewel we in de begorting een antal stelposten ehbben voor het opvangen van deze stijgingen, blijft dit een risico wat we opnemen in de weerstandscapaciteit. 

bedragen x € 1.000
Belangrijkste risico’s Af te dekken met Hoogte
risicobedrag
a. Schadeclaims Algemene reserve 60
b. Planschade Algemene reserve 50
c. Verbonden partijen Algemene reserve 1.548
d. Grondexploitaties Algemene reserve GREX 0
e. Sociaal domein Algemene reserve 500
f. Inkomsten uit leges en belastingen niet-woningen Algemene reserve 100
g. Inkomende subsidies Algemene reserve 50
h. Drugsdumpingen Algemene reserve 100
i. Inflatie Algemene reserve 250
Totaal 2.658

Financiële kengetallen

Terug naar navigatie - Financiële kengetallen

Kengetallen zijn getallen die de verhouding uitdrukken tussen bepaalde onderdelen van de begroting of de balans. Ze kunnen helpen bij de beoordeling van de financiële positie van een provincie of gemeente. Om dit te bereiken wordt voorgeschreven dat de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing de volgende kengetallen bevat: netto schuldquote en de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen, solvabiliteitsratio, grondexploitatie, structurele exploitatieruim-te en belastingcapaciteit. Deze kengetallen maken inzichtelijk(er) over hoeveel (financiële) ruimte de gemeente beschikt om structurele en incidentele lasten te kunnen dekken of opvangen. Ze geven zodoende inzicht in de financiële weerbaar- en wendbaarheid. De kengetallen nemen we gezamenlijk op in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing, omdat die paragraaf weergeeft hoe solide de begroting is en in hoeverre financiële tegenvallers kunnen worden opgevangen.

In onderstaande tabel zijn de normen per kengetal weergegeven zoals die zijn te vinden op www.financiengemeenten.nl

 

 

Norm kengetallen VNG (%) Voldoende Matig Onvoldoende
Netto schuldquote < 90 90 > < 130 > 130
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen < 90 90 > < 130 > 130
Solvabiliteitsrisico > 50 20 < > 50 < 20
Structurele exploitatieruimte > 0 0 < 0
Grondexploitatie <20 20 < > 35 >35
Belastingcapaciteit < 95 95 > < 105 > 105

Financiele kengetallen gemeente valkenswaard

Terug naar navigatie - Financiele kengetallen gemeente valkenswaard

In de tabel is er in groen aangegeven welke kengetallen voldoende zijn, met oranje welke kengetallen matig zijn en met rood welke kengetallen onvoldoende zijn.

Kengetallen Jaarrekening 2023 Begroting 2024 Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027 Begroting 2028
Netto Schuldquote 41 85 41 37 33 30
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 39 85 41 37 33 30
Solvabiliteitsrisico 41 34 51 55 60 66
Structurele exploitatieruimte 3 2 0 -3 -2 -3
Grondexploitatie -1 -1 -1 -1 -1 -1
Belastingcapaciteit 97 94 93 93 93 93

Toelichting bij tabel

Terug naar navigatie - Toelichting bij tabel

Netto Schuldquote
De netto schuldquote geeft inzicht in de verhouding van de gemeentelijke schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft derhalve een indicatie van de mate waarin de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie drukken. Een laag percentage is gunstig. De VNG adviseert om 130% als maximum norm te hanteren en daarboven de schuld af te bouwen.

Netto Schuldquote (gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen)
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen Omdat bij leningen onzekerheid kan bestaan of deze allen worden terugbetaald, wordt dit kengetal zowel inclusief als exclusief de doorgeleende gelden berekend. Zo wordt duidelijk wat het aandeel van de verstrekte leningen in de exploitatie is en wat dit betekent voor de schuldenlast. Hoe lager deze percentages, hoe beter.

Solvabiliteitsrisico
Dit is de mate waarin de gemeente in staat is aan financiële verplichtingen te voldoen. Dit wordt berekend op basis van het eigen vermogen en de bezittingen van de gemeente.
Als er sprake is van een forse schuld én veel eigen vermogen (reserves), hoeft een hoge schuld geen probleem te zijn voor de financiële positie. Interpretatie: hoe hoger, hoe groter de weerbaarheid.  De solvabiliteit van de gemeente zit in de veilige marge. 

Structurele exploitatieruimte
Dit cijfer helpt mee te beoordelen welke structurele ruimte een gemeente heeft om de eigen lasten te dragen of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. Wanneer dit cijfer negatief is, betekent het dat het structurele deel van de begroting onvoldoende ruimte biedt om de lasten te blijven dragen.

Grondexploitatie
De boekwaarde van de voorraden grond moet worden terugverdiend bij de verkoop. Kenmerkend voor grondexploitaties is dat de looptijd meerdere jaren is. Naarmate de inkomsten verder in de toekomst liggen, brengt dit meer rentekosten en risico’s met zich mee. Een grondexploitatie van 20% of hoger wordt beschouwd als kwetsbaar.

Belastingcapaciteit
Dit cijfer geeft inzicht in hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Wanneer dit percentage laag ligt, betekent het dat de gemeente meer inkomsten uit belastingen zou kunnen verwerven. Of dit wel of niet gebeurt, is een beleidskeuze.
Onder de woonlasten wordt verstaan de OZB, de rioolheffing en de reinigingsheffing (afvalstoffenheffing) voor een woning met een gemiddelde WOZ-waarde in die gemeente. De belastingcapaciteit wordt daarom berekend door de totale woonlasten meerpersoonshuishoudens in jaar t te vergelijken met het landelijk gemiddelde in jaar t-1. Dit wordt uitgedrukt in een percentage.

Geprognotiseerde balans

Terug naar navigatie - Geprognotiseerde balans

Het opnemen van een geprognosticeerde balans geeft de raad meer inzicht in de ontwikkeling van de investeringen, het aanwenden van reserves en voorzieningen en de financieringsbehoefte.
Bij het opstellen van dit overzicht is nog geen rekening gehouden met de bestemming van de (voordelige of nadelig) begrotingssaldi.

 

 

 

balans per 1-1-2024 (*1.000)
Vaste activa € 101.669 Vaste passiva € 99.661
- Immateriele activa € 558 - Algemene reserve € 8.346
- Materiele activa € 98.717 - Overige reserves € 34.394
- Financiele activa € 2.394 - Gerealiseerde resultaat € 4.743
- Voorzieningen € 8.548
- Langlopende leningen € 43.630
Vlottende activa € 15.252 Vlottende passiva € 17.260
- Voorraden € -789 - Kortlopende leningen € 8.190
- Vorderingen € 15.019 - Overige vlottende passiva € 9.070
- Liquide middelen € 748
- Overlopende activa € 274
€ 116.921 € 116.921
Geprognosticeerde balans per 1-1-2025 (jaar 2024)
Vaste activa € 118.062 Vaste passiva € 114.918
- Immateriele activa € 514 - Algemene reserve € 12.950
- Materiele activa € 115.153 - Overige reserves € 32.836
- Financiele activa € 2.394 - Voorzieningen € 20.456
- Leningen € 48.675
Vlottende activa € 1.872 Vlottende passiva € 5.016
- Voorraden € -789 - Overige vlottende passiva € 5.016
- Overige vlottende activa € 2.661
€ 119.934 € 119.934
Geprognosticeerde balans per 1-1-2026 (jaar 2025)
Vaste activa € 134.800 Vaste passiva € 131.656
- Immateriele activa € 471 - Algemene reserve € 12.150
- Materiele activa € 131.935 - Overige reserves € 57.276
- Financiele activa € 2.394 - Voorzieningen € 18.590
- Leningen € 43.640
Vlottende activa € 1.872 Vlottende passiva € 5.016
- Voorraden € -789 - Overige vlottende passiva € 5.016
- Overige vlottende activa € 2.661
€ 136.672 € 136.672
Geprognosticeerde balans per 1-1-2027 (jaar 2026)
Vaste activa € 136.545 Vaste passiva € 133.401
- Immateriele activa € 436 - Algemene reserve € 11.976
- Materiele activa € 133.715 - Overige reserves € 64.455
- Financiele activa € 2.394 - Voorzieningen € 18.220
- Leningen € 38.750
Vlottende activa € 1.872 Vlottende passiva € 5.016
- Voorraden € -789 - Overige vlottende passiva € 5.016
- Overige vlottende activa € 2.661
€ 138.417 € 138.417
Geprognosticeerde balans per 1-1-2028 (jaar 2027)
Vaste activa € 144.723 Vaste passiva € 141.579
- Immateriele activa € 400 - Algemene reserve € 11.802
- Materiele activa € 141.929 - Overige reserves € 76.348
- Financiele activa € 2.394 - Voorzieningen € 18.369
- Leningen € 35.060
Vlottende activa € 1.872 Vlottende passiva € 5.016
- Voorraden € -789 - Overige vlottende passiva € 5.016
- Overige vlottende activa € 2.661
€ 146.595 € 146.595
Geprognosticeerde balans per 1-1-2029 (jaar 2028)
Vaste activa € 158.665 Vaste passiva € 155.520
- Immateriele activa € 365 - Algemene reserve € 11.538
- Materiele activa € 155.906 - Overige reserves € 95.110
- Financiele activa € 2.394 - Voorzieningen € 17.362
- Leningen € 31.510
Vlottende activa € 1.872 Vlottende passiva € 5.016
- Voorraden € -789 - Overige vlottende passiva € 5.016
- Overige vlottende activa € 2.661
€ 160.537 € 160.537

Financiering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

In de paragraaf financiering wordt de treausuryfunctie van de gemeente in beeld gebracht. De treasuryfunctie bestaat uit de taken financiering, cashmanagement en renterisicobeheer en voorziet de organisatie in de behoefte aan vreemd vermogen tegen zo laag mogelijke kosten. Er zijn aan de uitvoering van de treasuryfunctie budgettaire gevolgen verbonden, onder meer afhankelijk van het risicoprofiel. Onder de functie valt ook het garanderen van geldleningen door derden.

Beleid

Terug naar navigatie - Beleid

We streven ernaar om de gemeentelijke inkomsten en uitgaven op een optimale wijze te financieren. Dit betekent dat er structureel gekeken wordt naar wijze waarop invulling geven aan de financieringsfunctie.  Dit doen we met interne financieringsmiddelen (eigen vermogen) ofwel met externe financieringsmiddelen (opgenomen geldleningen).

Hierbij zijn er op basis van de wet FIDO drie wettelijke normen waar de gemeente aan moet voldoen:

  • Tijdelijke overtollige middelen moeten worden aangehouden in de schatkist;
  • Bij het aantrekken van kortlopende leningen mag het gemiddelde saldo de kasgeldlimiet niet overstijgen;
  • Het saldo van aflossingen en renteherzieningen op de bestaande portefeuille langlopende leningen mag niet hoger zijn dan de renterisiconorm.

Voor het aantrekken van leningen wordt niet gekeken naar een specifiek investeringsproject, maar naar de gehele financieringsfunctie van de gemeente. Dit is ook wel een zogenoemde totaalfinanciering. Kenmerkend hierbij is dat er geen één-op-één relatie leggen is tussen de investering en de financiering. Het systeem van totaal-financiering maakt optimale benutting van externe financieringsbronnen mogelijk. We proberen leningen tegen zo laag mogelijke kosten aan te trekken en tegelijkertijd de renterisico’s te beheersen.

Door de rekening-courantovereenkomst en kasgeldleningen kunnen we de tussentijdse schommelingen in de financieringspositie opvangen. Bij benutting van de kasgeldfaciliteiten hebben we afgewogen of en wanneer omzetting in een vaste geldlening noodzakelijk is.

Schatkistbankieren

Terug naar navigatie - Schatkistbankieren

De Wet HOF verplicht  alle lagere overheden om  geldelijke overschotten bij het ministerie van. Financiën te beleggen. Hiermee wordt het overheidstekort binnen de grenzen van de Europese doelstellingen gehouden. Hiermee is het voor de gemeente niet mogelijk om haar middelen in andere fondsen of derivaten belegd kunnen worden. Hiervoor is een drempelbedrag opgenomen waarboven gemeenten hun gelden moeten afromen door middel van  schatkistbankieren. Tot een begrotingstotaal van € 500 miljoen is het drempelbedrag 0,75% van het begrotingstotaal (met een minimum van € 250.000).  Voor de gemeente Valkenswaard met een begrote lasten in 2025 van € 108.321.000 bedraagt het drempelbedrag € 812.000. Bedragen die deze norm overschrijden worden automatisch afgeroomd naar de schatkist.  Op het moment dat er weer middelen nodig zijn  op de gemeentelijke rekening, worden deze gelden teruggestort. 

Renterisico's op kortlopende schuld; de kasgeldlimiet

Terug naar navigatie - Renterisico's op kortlopende schuld; de kasgeldlimiet

De gemeente mag hier activiteiten niet onbeperkt financieren met kort geld. In de wet FIDO is hiervoor een kasgeldlimiet opgenomen. Hiermee wordt een maximum gesteld aan de kortlopende schuld.  De kasgeldlimiet bedraagt 8,5% van de primitieve begroting. Voor 2025 is deze limiet € 9.207.0000. We sturen op een korte schuld van circa € 9.000.000, zodat we ruimte hebben om onder de kasgeldlimiet te blijven en nog steeds flexibel kunnen inspelen op ontwikkelingen. De kasgeldlimiet mag niet meer dan drie achtereenvolgende kwartalen overschreden worden. De toezichthouder toets hier ook op. 

Renterisico's op vaste schuld; renterisiconorm

Terug naar navigatie - Renterisico's op vaste schuld; renterisiconorm

De renterisiconorm houdt in dat niet meer dan 20% van de begrotingsomvang van een jaar aan een renteherziening en herfinanciering onderhevig mag zijn. Deze norm is ingesteld om een stabiele rentelast over de komende jaren te bewerkstelligen. Op een begrotingstotaal van ca. € 108 miljoen bedraagt de renterisiconorm van 20% een bedrag van € 21 miljoen. Alle lopende door de gemeente afgesloten vaste geldleningen hebben momenteel een vast rentepercentage gedurende de gehele looptijd (geen renterisico). Hiermee blijft de gemeente Valkenswaard ruim binnen de risiconorm van 20%, zoals ook weergegeven in onderstaande tabel. 

Rente

Terug naar navigatie - Rente

Rente is een onderdeel van de kostprijs van een product. Vandaar dat rentelasten toegerekend worden aan producten. Het rentebedrag dat wordt toegerekend aan een investering is de uitkomst van de boekwaarde x het rekenrente percentage. De hoofdregel is dat er geen rente tijdens vervaardiging van een actief wordt geactiveerd: dus geen opname in de kostprijs. Pas vanaf het moment van ingebruikname van een investering worden rentelasten toegerekend aan het product waarvoor het actief wordt gebruikt. Uitzondering op deze hoofdregel betreft de uitgaven in de bouwgrondexploitatie. Om de kosten van het kapitaalbeslag in de kostprijs op te nemen wordt zowel over de boekwaarde per 1 januari van het dienstjaar als over de uitgaven dan wel de inkomsten in de loop van het dienstjaar rente berekend.

Rentetoerekening

Terug naar navigatie - Rentetoerekening

De rentetoerekening naar producten dient te gebeuren op basis van de de daadwerkelijke te betalen rente. Hierbij wordt geen gebruik gemaakt van de rekenrente, conform de voorschriften in het BBV. 

Vanaf begroting 2025 is ervoor gekozen om niet meer te werken met bespaarde rentes op eigen vermogen en voorzieningen. Hiermee worden de aanbevelingen van het BBV gevolgd. 

De rentetoerekening voor 2025 ziet er als volgt uit:

Schema rentetoerekening begroting 2025
Kostprijs treasury
A De externe rentelasten over de korte en lange financiering + € 1.109.422
A Overige rente 0
B De externe rentebaten -/- 0
Saldo rentelasten en rentebaten € 1.109.422
Directe toeterekenen rente
C De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend -/- € -22.229
C De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend -/- 0
€ 22.229
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente € 1.131.651
Bespaarde rente
D Rente over eigen vermogen + € -
D Rente over voorzieningen + € -
€ -
Totaal geraamde aan taakvelden toe te rekenen rente € 1.131.651
E De aan taakvelden toe te rekenen rente (renteomslag van 1%) -/- € 1.336.345
F Resultaat (incl bespaarde rente) - fictief € 204.695

Financieringssaldo

Terug naar navigatie - Financieringssaldo

De financieringsbehoefte is het bedrag aan liquide middelen dat de gemeente moet aantrekken om voldoende middelen te hebben om alle voorgenomen plannen, zoals opgenomen in de begroting, uit te kunnen voeren en de aflossingen (van bestaande leningen) op te vangen. 

Het financieringssaldo geeft aan met welk bedrag het vreemd vermogen in een jaar zal toenemen (bij een financieringstekort, als de inkomsten lager zijn dan de uitgaven) of zal afnemen (bij een financieringsoverschot, als de inkomsten hoger zijn dan de uitgaven).

bedragen x € 1.000
Begroting Begroting Begroting Begroting
2025 2026 2027 2028
Inkomsten 107.342 104.728 106.043 107.343
Totale uitgaven 113.654 114.138 111.138 119.084
Aflossingen 5.035 4.890 3.690 3.550
Financieringssaldo -11.347 -14.300 -8.785 -15.291

Kredietrisico

Terug naar navigatie - Kredietrisico

De omvang van de kredietrisico’s op verstrekte geldleningen in 2025 is opgenomen in de volgende  tabel:

Omschrijving Percentage Hypothecaire zekerheid Te verwachten restantschuld per 01-01-2025
Financiële instelling met een A rating of hoger 2% Zonder 32
Overige toegestane instellingen 98% Ja 2.236
Niet toegestane instellingen - Zonder -
Totaal 100% 2.268

Onderhoud kapitaalgoederen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De openbare ruimte is het visitekaartje van de gemeente. Een goed ingerichte en schoon onderhouden openbare ruimte betekent onder andere tevreden bewoners en bezoekers. In deze openbare ruimte vinden voor onze inwoners belangrijke activiteiten plaats als wonen, werken, verblijven, verplaatsen en recreëren. De inrichting en de kwaliteit van de kapitaalgoederen in de openbare ruimte bepalen hiermee voor een groot deel de manier waarop onze inwoners in staat zijn deze activiteiten te ondernemen. Ook hebben ze invloed op de manier waarop onze inwoners de openbare ruimte ervaren.  
 
Deze openbare ruimte is echter niet statisch. De openbare ruimte kan bijvoorbeeld groter of kleiner worden gemaakt. Ook kunnen er na verloop van tijd andere eisen worden gesteld aan de openbare ruimte. Een zeer actueel motief om het beheer van de openbare ruimte aan te passen, is de klimaatverandering. Daarvan zijn de effecten de laatste jaren goed merkbaar in onze gemeente. Maatregelen om wateroverlast te voorkomen of de biodiversiteit te versterken moeten we oppakken en bij toekomstige projecten en reconstructies zal klimaatbestendige inrichting de norm moeten worden. De aangepaste inrichting draagt bij aan het herstel van het verstoorde evenwicht. Zo maken we Valkenswaard weerbaar voor de klimaatverandering, zowel op het gebied van wateroverlast als op het gebied van droogte en hittestress.  
 
Het gebruik en de inrichting van de openbare ruimte zijn dus aan verandering onderhevig. Op deze verandering moeten wij met het beheer en onderhoud slagvaardig en adequaat reageren. Dit vereist een goede communicatie met onze inwoners, die wij moeten wijzen op het gezamenlijk belang dat wij hierbij hebben. 

Verantwoordelijkheid voor de kapitaalgoederen

Terug naar navigatie - Verantwoordelijkheid voor de kapitaalgoederen

Wij hebben bij het beheer en het onderhoud van de kapitaalgoederen in de openbare ruimte een drietal belangrijke verantwoordelijkheden:  
 
Veiligheid
We moeten ervoor zorgen dat de openbare ruimte voldoet aan de hiervoor vastgestelde normen en daarmee veilig is. We doelen dan op de technische kwaliteit van het kapitaalgoed: de technische staat van het kapitaalgoed en de inschatting of het veilig te gebruiken is gedurende de resterende technische levensduur. Voor het nemen van beslissingen over onderhoud en vervanging is het belangrijk dat we op de hoogte zijn van de kwaliteit op dit moment, het te verwachten kwaliteitsverloop in de toekomst en de vastgestelde norm(kwaliteit) van de voorziening. 
 
Functionaliteit
De openbare ruimte moet gebruikt kunnen worden waarvoor deze is ingericht. De functionaliteit van een kapitaalgoed speelt dus vanzelfsprekend een grote rol. Hierbij gaat het om de vraag wat het object zou moeten kunnen op plek x en in omstandigheid y, z. De intensiteit van het gebruik, en het op basis hiervan uit te voeren onderhoud, bepalen of de functionaliteit behouden blijft.  
 
Visuele kwaliteit
De inrichting van de openbare ruimte bepaalt in belangrijke mate de uitstraling van de gemeente. Naast het borgen van de technische kwaliteit en de functionaliteit, hebben we ook te maken met het verzorgingsniveau, oftewel de visuele kwaliteit van de openbare ruimte. We hebben het dan vooral over het duurzaam in stand houden, schoonhouden en het onderhoud van onze groenvoorzieningen, inclusief bomen. Dat is direct zichtbaar voor onze inwoners. Bovendien kunnen we er belangrijke keuzes in maken, zoals hoe schoon het moet zijn en hoe vaak er gemaaid of gesnoeid moet worden. De uitstraling van de gemeente wordt in belangrijke mate bepaald door deze visuele kwaliteit. Ook hier zien we veranderingen en trends. Waar voorheen strak gemaaide bermen en grasvelden hoog gewaardeerd werden, zien we nu meer waardering voor het creëren van bermen en bloemrijke graslanden. Deze bermen en graslanden dragen in belangrijke mate bij aan de biodiversiteit.  
 
Om het kwaliteitsniveau van deze kapitaalgoederen op het gewenste peil te houden, hebben we in 2009 het “Beleidsplan Onderhoud Openbare Ruimte” (BOOR) vastgesteld. In dit BOOR beschrijven we de visie op het onderhoud van de openbare ruimte. Daarbij is bepaald dat voor het onderhoud van de openbare ruimte verschillende gebiedstypen worden onderscheiden. Differentiatie is mogelijk naar een bepaalde beeldkwaliteit van onderhoud per gebiedstype. Aansluitend is in 2012 het Kwaliteitsplan Onderhoud Openbare Ruimte (KOOR) vastgesteld. Hierin concretiseren we mogelijke keuzes voor het onderhoud van de verschillende gebieden. Zowel de visie als de nadere concretisering, in de plannen van respectievelijk tien en vier jaar, zijn na het verstrijken van hun looptijd structureel het uitgangspunt geworden van onze algehele strategie voor het beheer van onze kapitaalgoederen in de openbare ruimte. Vanaf de vaststelling van de concretisering in 2012, is voor het kwaliteitsniveau voor het onderhoud van onze kapitaalgoederen “gemiddeld B” als  norm  vastgesteld. Dit niveau is vastgesteld na uitvoering van een nulmeting, op basis van de door CROW gehanteerde beeldkwaliteiten. Het blijvend voldoen aan dit niveau wordt gemonitord via jaarlijkse metingen van de beeldkwaliteit conform deze CROW-methodiek. Om de objectiviteit en kwaliteit te waarborgen, laten we deze metingen uitvoeren door externe, gecertificeerde, specialistische bureaus.

Inrichting, beheer en onderhoud kapitaalgoederen

Terug naar navigatie - Inrichting, beheer en onderhoud kapitaalgoederen

We moeten het beheer en het onderhoud van de kapitaalgoederen dusdanig inrichten en uitvoeren dat het door de gemeenteraad vastgestelde kwaliteitsniveau in de praktijk wordt gerealiseerd en de openbare ruimte goed in stand wordt gehouden. Hiervoor onderscheiden we de volgende werkzaamheden: 
•    Dagelijks onderhoud. 
Alle maatregelen die regelmatig, vaak meerdere keren per jaar, worden genomen. Voorbeelden zijn maaien en vegen. Het repareren van schades en het reageren op meldingen hoort ook bij het dagelijks onderhoud. Dagelijks onderhoud wordt vooral uitgevoerd door de eigen dienst, medewerkers van gemeenschappelijke regeling Ergon en aannemers op basis van afspraken, contracten en bestekken. 
•    Groot onderhoud. 
Grotere maatregelen die eens per x jaar worden genomen. Bijvoorbeeld een nieuwe deklaag op een asfaltweg, het planmatig snoeien van bomen of het repareren en/of renoveren van riolering.  Groot onderhoud pakken we projectmatig/integraal op. 
•    Vervanging. 
Vernieuwen van een kapitaalgoed aan het eind van de levensduur, waarbij de hele constructie en materiaal worden vernieuwd. Voorbeelden zijn: de riolering vervangen,  een weg herstraten met nieuwe klinkers, een bank vervangen of een groenvak opnieuw aanplanten. Bij vervanging blijft de inrichting hetzelfde. We voeren vervanging projectmatig uit en we vragen per project middelen aan. 
•    Beheer. 
Alle ondersteunende werkzaamheden om de verschillende onderhoudswerkzaamheden te kunnen uitvoeren, zoals het opstellen van beleidsplannen, gegevensbeheer, financiële planning enzovoorts. Het opnieuw inrichten voor nieuwe functies en doelstellingen maakt geen onderdeel uit van “het in stand houden van de openbare ruimte”. Hiervoor zetten we andere vormen van kapitaal in dan bij het beheer en onderhoud. 
 
Natuurlijk zijn de vormen van onderhoud communicerende vaten. Het achterwege blijven van een vervanging (of herinrichting) zet een sterke druk op het dagelijks onderhoud. De versleten openbare ruimte moet we dan met kleine maatregelen veilig en acceptabel houden. 

Beheersysteem als basis

Terug naar navigatie - Beheersysteem als basis

Actuele informatie over de omvang en de kwaliteit van deze kapitaalgoederen is essentieel voor het beheer en onderhoud. Deze informatie hebben we vastgelegd in het beheersysteem (GBI). Alle kenmerken van de kapitaalgoederen en de overige objecten hebben we hierin geregistreerd. Voor verschillende objecten hebben we de kwaliteit geregistreerd op basis van een objectief landelijk genormeerde methodiek. Deze kwaliteit wordt vastgesteld door middel van inspecties.  
Op basis van nauwkeurige areaalgegevens, actuele inspectiecijfers, de juiste richtlijnen voor rekensystematiek (CROW) en de juiste kengetallen kunnen we een theoretische planning en begroting genereren voor onderhoud en vervanging van een kapitaalgoed. Omdat er mogelijk legitieme redenen zijn om het onderhoud op een ander moment of anders uit te voeren, ondergaat de theoretische planning een maatregeltoets. Daarbij kijken we vooral naar:
•    Noodzakelijk onderhoud andere kapitaalgoederen (riolering is leidend bij integrale planning); 
•    Afdeling overstijgende integrale projecten; 
•    Nieuwbouwprojecten zoals Lage Heide; 
•    Planning van werkzaamheden aan kabels en leidingen door nutsbedrijven; 
•    Klachten en meldingen; 
•    Beschikbare financiële middelen. 

Op basis van deze maatregeltoets stellen we jaarlijks een integraal onderhoudsplan op, met een doorkijk van vier jaar. Dit onderhoudsplan wordt door het college vastgesteld. Vanwege de raakvlakken met bovenvermelde onderwerpen spreken we van een flexibele onderhoudsplanning waarin, indien nodig, ieder jaar een prioritering plaatsvindt. Wij zoeken hierbij continu naar een optimale balans tussen beeldkwaliteit, veiligheid, kostenbesparing en efficiency. 

De 5 richtlijnen voor het beheer van de kapitaalgoederen

Terug naar navigatie - De 5 richtlijnen voor het beheer van de kapitaalgoederen

•    De gemeente als regisseur. 
Hoe de openbare ruimte eruit komt te zien wordt niet alleen bepaald door de gemeente. Diverse “partijen” spelen hierbij een rol. Op de eerste plaats natuurlijk de inwoners maar ook marktpartijen als horeca, winkeliers, industrie en nutsbedrijven of partijen uit het maatschappelijk veld. Iedereen probeert zijn of haar belangen zoveel mogelijk in te brengen. Het is onze taak om hierin de regie te nemen en te houden. We hebben dus de regisserende rol bij de inrichting, het onderhoud en beheer van de openbare ruimte. 
•    Kwaliteit gestuurd beheer. 
We werken met beeldkwaliteiten, inspecties en schouwen, het ontwikkelen en opstellen van beeldbestekken, formulieren, rapportagemodellen en ten slotte het “vertalen” van het gekozen kwaliteitsniveau in de verschillende beheerprogramma’s. Via regelmatige inspecties controleren we of het gekozen kwaliteitsniveau ook daadwerkelijk wordt gehaald. Het beheer wordt dus op basis van beeldkwaliteiten gestuurd. 
•    Integraal beheer. 
Het onderhoud aan onze kapitaalgoederen voeren we integraal uit. De riolering is hierbij leidend. Concreet betekent dit dat we bij het vervangen van de riolering ook de rijbaan, het trottoir en de groenvoorzieningen meenemen als dit noodzakelijk is. Ook stemmen we af met de werkzaamheden van nutsbedrijven en de teams RB en P&P. 
•    Risico gestuurd beheer. 
De toepassing van het risico gestuurd beheer zorgt ervoor dat we constant afwegingen moeten maken. Is de eerder voorgestelde maatregel echt nodig op dat moment en zijn er ergens anders geen nieuwe, urgentere situaties ontstaan?  Door deze constante (her)prioritering zetten we de beschikbare middelen in waar ze het meest effectief zijn. Hogere risiconiveaus kunnen we daardoor verlagen. 
•    Bewonersgericht beheer. 
Niet alleen bij de inrichting maar ook bij het onderhoud van de openbare ruimte zijn verschillende partijen betrokken. Deze partijen leveren op verschillende manieren een inbreng.  Onze integrale onderhoudsplannen leggen we dus voor aan de burgers, wijkraden en/of wijkcommissies om vervolgens het onderhoud per woonwijk uit te voeren. Tijdens de uitvoering worden bewoners door zowel de gemeente als de wijkcommissie (omgevings-management) actief benaderd met informatie. Vragen of klachten bespreken we zoveel mogelijk in een persoonlijk gesprek.

De belangrijkste kapitaalgoederen per onderdeel

Terug naar navigatie - De belangrijkste kapitaalgoederen per onderdeel

Riolering
Het beleidskader 
Op basis van de Waterwet heeft de gemeente drie zorgplichten:  
•    Inzamelen van stedelijk afvalwater en transporteren naar de rioolwaterzuivering; 
•    Doelmatig inzamelen en verwerking van afvloeiend hemelwater van openbaar terrein; 
•    Het doelmatig voorkomen van nadelige gevolgen van grondwaterstanden. 
 
Om te voldoen aan deze zorgplicht is in november 2022 het nieuwe GRP(2023-2027) vastgesteld door de raad. Met het GRP willen we op gestructureerde wijze zorgen voor de aanleg, het beheer, het onderhoud en de verbetering van het gemeentelijk rioleringsstelsel. Voor het GRP hebben we de voorziening “riolering” gevormd. De lasten en baten worden rechtstreeks in de exploitatie verantwoord en het jaarlijkse resultaat hiervan wordt gestort of onttrokken uit de gevormde voorziening riolering. De nadruk van dit GRP ligt op klimaatadaptatie en bewustwording hiervan.  
 
Het beheer 
Om de beleidsdoelstellingen voor het jaarlijks onderhoud te realiseren, voeren we onder meer de volgende maatregelen uit: 
•    Twee keer per jaar reinigen van alle kolken en lijngoten; 
•    Jaarlijks 10 procent van het vrij vervalstelsel reinigen en inspecteren; 
•    Jaarlijks noodzakelijke reparaties uitvoeren o.b.v. de hierboven genoemde inspectie; 
•    Twee keer per jaar alle gemalen en bergbezinkvoorzieningen onderhouden; 
•    Eén keer per jaar alle gemalen en bergbezinkvoorzieningen reinigen; 
•    Eén keer per jaar alle drukrioolgemalen reinigen en onderhouden; 
•    Jaarlijks opschonen van watergangen; 
•    Het onderhouden en vervangen van huisaansluitingen; 
•    Verhelpen van klachten, meldingen en storingen; 
•    Structurele vervanging van het riool bij einde levensduur of verlengen levensduur door relinen; 
•    Het innen van riool- en waterzorgheffing.  
Actuele ontwikkelingen 
Door de komst van de nieuwe N69 zal de hoofdwegenstructuur de komende jaren ingrijpend veranderen. Zo zullen onder anderen de Eindhovenseweg, Dommelseweg en delen van de Luikerweg worden vernieuwd. Enkele projecten zijn al in uitvoering of zelfs al afgerond. Voor de overige projecten zijn de voorbereidingen in volle gang. Daarnaast is in 2024 samen met inwoners gestart met de voorbereiding van een wijkvernieuwingsproject in de omgeving Haagstraat en Kempische baan. 
Voor het onderdeel bewustwording bij burgers hebben we in 2023 een nieuwe afkoppelsubsidieregeling vastgesteld. Dit is een stimuleringsregeling om bewoners mee te laten helpen bij de aanpak van wateroverlast en droogte. De bewoners krijgen van de gemeente een bijdrage als ze het regenwater loskoppelen van de riolering en op eigen terrein vasthouden en infiltreren. Ook kan met vrijblijvend advies aan huis aanvragen van onze afkoppelcoaches. Bij nieuwbouw is men verplicht om een deel van het regenwater op eigen terrein te verwerken.  

Riolering kwantitatieve en/of kwalitatieve indicatoren

Terug naar navigatie - Riolering kwantitatieve en/of kwalitatieve indicatoren
Voorziening Hoeveelheid Eenheid
Vrijverval riool gemengd 153,5 Km
Vrijverval riool regenwater 28,5 Km
Vrijverval riool vuilwater 21,9 Km
Totale lengte vrijverval riool 203,9 Km
Rioolgemalen 13 Stuks
Persleidingen (exclusief drukriool) 3,8 Km
Minigemalen (drukrioolstelsel) 159 Stuks
Persleidingen (drukriolering) 37,8 Km
Lozingspunten vanuit extern gemengde riool overstorten 13 Stuks
Bergbezinkvoorzieningen 6 Stuks
Lozingspunten vanuit hemelwaterriolering 51 Stuks
IBA´s 7 Stuks
Drainage 0,5 Km

De belangrijkste kapitaalgoederen per onderdeel

Terug naar navigatie - De belangrijkste kapitaalgoederen per onderdeel

Wegen en bruggen 
Het beleidskader 
De gemeente is verantwoordelijk voor de aanleg en onderhoud van openbare wegen en civiele kunstwerken. Uitgangspunt is dat deze openbare verhardingen en civiele kunstwerken tegen de laagst mogelijke maatschappelijke kosten worden onderhouden. Een achterstand bij het onderhoud kan de veiligheid van weggebruikers in gevaar brengen, leiden tot klachten, leiden tot ongevallen en het aansprakelijk stellen van de gemeente. Leidraad voor het onderhoud aan wegen en civiele kunstwerken is de systematiek voor rationeel wegbeheer van het CROW (nationaal kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte). 
 
Het beheer 
Voor het beheer van wegen en civiele kunstwerken is het Beheerplan Wegen en Civiele kunstwerken 2021-2030 vastgesteld. Met dit plan willen we inzicht geven in de huidige staat van onze wegen en civiele kunstwerken en in de manier waarop we het beheer en onderhoud hiervan vormgeven. Daarbij kijken we vooruit naar de invulling van het beheer voor de komende begrotingsperiode, met een doorkijk naar de lange termijn (tien jaar). Dit beheerplan wordt iedere vijf jaar geactualiseerd.
  
Bij de beheermaatregelen kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het tweejaarlijks uitvoeren van een inspectie en het bijhouden van de data in GBI. Op basis hiervan stellen we onderhoudsplannen op en stemmen we af met andere beheerdisciplines en projecten.  

Voor de instandhouding van wegen en civiele kunstwerken is de voorziening ‘groot onderhoud wegen/bruggen’ ingericht. De storting in deze voorziening is afgestemd op verschillende beheerplannen en onderhoudsplannen voor het onderhoud van onze wegen en civieltechnische kunstwerken.  

Het dagelijks onderhoud aan onze wegen, bruggen en civieltechnische kunstwerken voeren we uit op basis van de klachten/meldingen die via melddesk bij de gemeente binnenkomen. Deze ingekomen klachten worden, samen met de bij de inspecties geconstateerde kleine gebreken, op basis van prioritering verholpen. Het onderdeel gladheidbestrijding voeren we ten slotte uit op basis van een door het college vastgesteld gladheidsbestrijdingsplan. 

Actuele ontwikkelingen 
Elke twee jaar beoordelen we het onderhoudsniveau van alle verhardingen met een inspectie op basis van landelijke richtlijnen/normen. In het voorjaar van 2025 inspecteren we het totale wegen-areaal visueel. Op basis daarvan wordt het meerjaren onderhoudsprogram-ma elementenverharding 2025-2028 opgesteld. 
 
Naast de visuele inspectie is in 2013 een grootschalig constructief onderzoek uitgevoerd aan onze doorgaande asfaltwegen om de levensduur en het onderhoudsniveau voor de middellange termijn te bepalen. Aan de hand van deze onderzoek- en inspectiegegevens hebben we een meerjaren onderhoudsprogramma asfaltwegen 2021-2024 opgesteld welke thans in de laatste fase van uitvoering is. In 2022 is een nieuw onderzoek uitgevoerd, met name voor de buitenwegen, welke als input dient voor een onderhoudsprogramma asfaltwegen vanaf 2025.  

De civieltechnische kunstwerken, bruggen, duikers, stuwen, constructie in grondwallen en kano-aanlegsteigers hebben we in 2023 geïnspecteerd en opgenomen in een meerjarenplanning. Vervolgens hebben we een onderhoudsplan kunstwerken voor de komende vijf jaren opgesteld.  

Kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren 
Uit het beheersysteem GBI blijkt dat de gemeente Valkenswaard in totaal ca. 2.100.000 m2 verhardingen in beheer heeft en dat deze voldoen aan de in het KOOR gestelde kwaliteitsniveaus. 

Groen
Het beleidskader 
Het is voor de gemeente van groot belang om positief bij te dragen aan de natuur en het milieu en als aantrekkelijke woongemeente te fungeren. Het streven is om met ons waardevolle groen de biodiversiteit te stimuleren en een woonklimaat te realiseren dat ruimte, rust en diversiteit bevat. Maar we willen ook de groene kwaliteiten benutten om bewoners en recreanten er plezier aan te laten beleven. Om het aanwezige groen te behouden, en zelfs te versterken, hanteren we het groenstructuurplan. Dit plan fungeert als toetsingskader voor het beschermen van ons bestaande groen en het inpassen van nieuwe ontwikkelingen. Voor het beheren van de ruim 960 hectare bossen, natuurterreinen en landschappelijke elementen is in het Integraal Ontwikkelingsplan Bos- en Natuurterreinen voor de komende jaren een ontwikkelrichting vastgelegd. Over het geheel bezien blijven we inzetten op vergroening, bijvoorbeeld door het aanplanten van nieuwe bomen: zowel in de kernen als in het buitengebied. 
 
Het beheer 
De kwaliteit van ons groen wordt in het kader van kwaliteit gestuurd werken (beleidsplan KOOR) regelmatig geïnspecteerd. Zo houden we elk jaar tweemaal een groen- en een kwaliteitsinspectie. Bij groenbeheer houden we zoveel mogelijk rekening met klimaatadaptie en proberen we de biodiversiteit en de ecologische natuurwaarden te versterken. Dat doen we bijvoorbeeld door daar waar mogelijk het onderhoud te verminderen. Om het milieu minder te belasten, borstelen we het onkruid weg in plaats van dat we het chemisch bestrijden of wegbranden.  

Het bestrijden van de eikenprocessierups doen we steeds meer op natuurlijke wijze door het planten van speciale bollenmengsels, het zaaien van wildbloemen en het aanpassen van de vaste beplanting naar soorten die de natuurlijke vijanden van de rups aantrekken. Met mezen-kastjes en speciale broedkasten wordt de natuurlijke bestrijding nog een extra impuls gegeven. Preventieve bestrijding, met een biologisch bestrijdingsmiddel, bouwen we af en voeren we nog slechts uit op plekken waar veel mensen komen en gezondheidsrisico’s op de loer liggen. Invasieve exoten zoals de Japanse duizendknoop steken op steeds meer plaatsen de kop op. In 2022 hebben de A2 gemeenten gezamenlijk een bewustwordingscampagne georganiseerd voor haar inwoners, terreinbeheerders en groenorganisaties. Doelstelling van de campagne was het beheersen van problemen met invasieve exoten. Voor bestrijding, van bijvoorbeeld de Japanse duizendknoop, zijn nog geen adequate en betaalbare methoden beschikbaar.  

Voor het groot onderhoud en de vervanging van groen is nog geen voorziening of reserve gevormd. De lasten en baten worden rechtstreeks in de exploitatie verantwoord. Bij de huidige werkwijze voeren we het vervangen, de vernieuwing en de renovatie van groen zoveel mogelijk uit binnen integrale uitvoeringprojecten.  

Actuele ontwikkelingen  
Er hebben reeds enkele bijeenkomsten plaatsgevonden met groenorganisaties en afgevaardigden van wijkcommissies om aanvullende beleidsregels uit te werken waarmee we onze bijzondere bomen, monumentaal en waardevol, beter te beschermen. Ook kijken we naar uitvoeringsbeleid voor het beheer van bomen (bomen beheerplan) en onderzoeken we of we een bomenfonds en de herplantplicht beter kunnen uitwerken.. We stimuleren de biologische diversiteit met maatregelen zoals ecologisch bermbeheer, bloembollen, minder bestrating voor klimaatadaptie door acties als ‘tegelwippen’ en het adopteren van boomspiegels door inwoners. Via de wijkcommissies en het IVN organiseren we kleinschalige projecten om onze inwoners te stimuleren ook bij te dragen aan vergroening en klimaatadaptatie. Voorbeelden van deze acties voor onze inwoners zijn het ‘tegelwippen’, het beschikbaar stellen van fruitboompjes, het realiseren van vogelhuisjes en het bieden van de mogelijkheid van het adopteren van gemeentelijke boomspiegels.

Kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren 
Bomen: 29.800 Gras: 1.095.000 vierkante meter.

Openbare verlichting 

Het beleidskader

De gemeente is verantwoordelijk voor de aanleg en het onderhoud van de openbare verlichting langs de openbare wegen. Het doel van openbare verlichting is om optimaal bij te dragen aan de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de kwaliteit van de openbare ruimte(leefbaarheid). Voor de afweging om wel of niet te verlichten worden de determineertabellen uit de richtlijn NPR-13201 gehanteerd, de richtlijn Lichthinder én de Flora -en Faunawet. Het uitgangspunt hierbij is samen te vatten als: “Niet verlichten, tenzij…”.  

Als uit de afweging volgt dat verlichting wenselijk is, wordt verlichting toegepast. Belangrijke randvoorwaarden hierbij zijn (1) een zo laag mogelijk energieverbruik, (2) het toepassen van duurzame oplossingen en (3) borging van een veilige en goed functionerende installatie, (4) tegen verantwoordelijke kosten en (5) een zo laag en duurzaam mogelijk energiegebruik. 

Voor de komende periode vanaf 2025 wordt het beheerbeleidsplan (2025-2029) voor openbare verlichting geactualiseerd. 


Het beheer 
We hebben de beschikking over een beheerprogramma, waarin de actuele gegevens van onze openbare verlichting zijn opgenomen. De vervanging van de openbare verlichting vindt plaats via investeringsprojecten. Afgeschreven conventionele verlichting wordt vervangen door LED-verlichting. De lasten en baten worden rechtstreeks in de exploitatie verantwoord. 

Begin 2023 is het gecombineerd onderhouds- en vervangingsbestek aanbesteed voor de komende 4 jaren. De aannemer draagt, naast het direct acteren op ontvangen storingen, ook zorg voor de juiste beheergegevens, klein- en grootschalige vervangingen en het dagelijks onderhoud waarbij wij als opdrachtgever de algehele regie voeren. Voor de komende periode wordt het gecombineerde onderhouds- en vervangingsbestek opnieuw aanbesteed. 

Actuele ontwikkelingen 
•    Begin 2024 zijn in de wijk Kreijenbeek 67 lichtmasten aan de doorgaande weg vervangen, en aan Klappermanstraat/parallelweg West 12 masten. En daarbij in diverse straten in Hoge Akkers 295 stuks armaturen vervangen door LED
•    In het najaar van 2024 wordt gestart met vervanging van 274 armaturen (diverse straten) door LED en 57 lichtmasten (deels Kerkakkers) 
•    Dit proces zetten we uiteraard naast de normale onderhoudswerkzaamheden en incidentele vervangen in 2025 weer voort. 
 
Kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren 
Wij beschikken momenteel over ongeveer 7305 lichtmasten (excl. sportverlichting) en 7401 armaturen (inclusief grondspots).

Verkeersregelinstallaties (VRI’s)
Het beleidskader 
Eén van de kerntaken van de gemeente Valkenswaard is de zorg voor een goed functionerend wegennet. Verkeersregelinstallaties (VRI’s) zijn daar een onderdeel van en hebben een belangrijke functie voor het realiseren van de beleidsdoelen. Deze beleidsdoelen gaan over belangrijke maatschappelijke thema’s als mobiliteit, bereikbaarheid, verkeersveiligheid en leefbaarheid. Voor VRI’s is het Beheerbeleidsplan verkeersregelingen 2013-2022 vastgesteld.
  
In Valkenswaard staan momenteel dertien VRI’s, die eigendom zijn van de gemeente. Door slecht afgeregelde regelapparatuur, uitval of andere storingen kunnen gevaarlijke situaties ontstaan. Een adequaat VRI-beheer, waarbij storingen snel worden opgelost en versleten en slecht functionerende onderdelen (preventief) worden vervangen, is noodzakelijk. Zo kunnen we de kans op storingen verkleinen en de levensduur van de installatie verlengen.  

Het beheer 
Het technische beheer vraagt om een duidelijke beheerstrategie en bijbehorende financiële middelen. Alle installaties worden jaarlijks onderworpen aan een inspectie. Op basis van de resultaten daarvan actualiseren we het onderhoudsprogramma voor een periode van vier jaar. Voor de instandhouding van verkeersregelinstallaties hebben we geen voorziening ingericht maar worden de lasten en baten rechtstreeks in de exploitatie verantwoord. Voor grootschalig onderhoud en vernieuwingen richten we investeringsprojecten in.  

Naast het technische beheer is het functionele beheer van de installaties belangrijk. Het zogenaamde verkeersbeheer beoordeelt onder meer aan de hand van kruispuntanalyses en binnengekomen wensen en klachten of we de verkeersregelprogramma’s in de verkeersregelautomaten (VRA’s) moeten aanpassen. VRI’s zijn ook een belangrijkverkeerskundig sturingsinstrument om verkeerstromen te beïnvloeden. Ook dit aspect maakt het noodzakelijk om actueel verkeersmanagement te voeren. 

Actuele ontwikkelingen 
Op hoofdlijnen kunnen we stellen dat: 
•    Twaalf VRI’s voldoende restlevensduur hebben en naar behoren functioneren; 
•    Eén VRI momenteel op een huurautomaat draait en dat vervanging afhankelijk is van ontwikkelingen rondom de nulplusmaatregelen (herinrichting Dommelseweg); 

Kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren 
Het aantal storingen en meldingen is een goede indicatie van de technische staat van een VRI. In combinatie met informatie uit het jaarlijks preventief onderhoud actualiseren we de planning voortdurend waar dat nodig is.  

Speelvoorzieningen
Het beleidskader 
In 2015 is het speelvoorzieningen beheerbeleid vastgesteld. Daarin staat dat we het aantal speelplekken verminderen, de speelplekken aanpassen aan de situatie in de wijk en de kwaliteit van de overblijvende locaties verbeteren als dat mogelijk is. Bij de aanpassingen kijken we ook direct naar de toegankelijkheid ‘Agenda 22’ waarin het uitgangspunt is dat (speel)voorzieningen voor iedereen toegankelijk zijn. Verder is voor het beheer en het onderhoud van de speelplekken uiteraard het ‘Besluit Veiligheid van Attractie- en speeltoestellen’ van belang omdat daarin de wettelijke verplichtingen zijn opgenomen waaraan de speeltoestellen moeten voldoen.  
 
Het beheer 
Vanuit het beheerprogramma speelvoorzieningen is een meerjarenplanning voor het groot onderhoud en vervanging opgesteld. De concrete onderhoudsplannen maken we aan de hand van de jaarlijks, wettelijk verplichte veiligheidsinspecties en de technische staat van de speelvoorzieningen. De kosten voor het onderhoud worden rechtstreek in de exploitatie verantwoord. De vervanging van de speelvoorzieningen wordt gedekt door de bestemmingsreserve speeltoestellen.

Actuele ontwikkelingen 
De uitvoering van het omvormen van de speelplekken is inmiddels afgerond. Dit jaar is de speelplek bij kinderboerderij het Weike vernieuwd en het basketvalveld en de skatebaan gerealiseerd. In 2025 staat de Pumptrack op de planning en worden op verschillende plekken een aantal toestellen vervangen. 

Kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren 
 Wij regelen op dit moment het beheer, het onderhoud en de vervanging van 74 speelplekken. In zijn totaliteit staan daar nu 415 openbare speel en sporttoestellen in onze gemeente.

Buitensportvoorzieningen 
Het beleidskader 
De beleidsvisie Valkenswaard beweegt naar de Toekomst en de verschillende normen van het NOC*NSF en sportbonden vormen het gemeentelijk beleidskader voor de buitensportvoorzieningen. 
Met het beleid zorgen we ervoor dat de accommodaties voldoen aan de maatschappelijke (breedte)sport basisnormen.

Het beheer 
Het “Meerjaren Investering Plan buitensportaccommodaties” (MIP) geeft ons een nauwkeurig inzicht in de omvang, het kwaliteitsniveau en de theoretische levensduur van onze buitensport-voorzieningen. Dit kwaliteitsniveau wordt jaarlijks gecontroleerd en waar nodig aangepast in het MIP. Uit deze gegevens blijkt duidelijk dat we, bezien over een periode van dertig jaar, gemiddeld €500.000 per jaar nodig hebben om het gebruik van deze voorzieningen voor de toekomst te kunnen garanderen. Jaarlijks geven we via de Nota Kaders aan welke buitensportvoorzieningen in het betreffende begrotingsjaar moeten worden vervangen. 

Het Meerjaren Onderhoud Plan buitensportaccommodaties (MOP) geeft ons een exact beeld welke middelen er jaarlijks nodig zijn om via regulier en dagelijks onderhoud onze buitensport-accommodaties op het vereiste kwaliteitsniveau te houden. Wanneer we dit onderhoud niet of minder uitvoeren lopen we het risico dat de theoretische levensduur van de buitensportaccommodaties/sportvelden niet gehaald gaat worden en dat er klachten vanuit de gebruikers ontstaan.     

Actuele ontwikkelingen 

In 2024 is 1 natuurgrasveld gerenoveerd bij RKVV dommelen en zijn er bij verschillende clubs kleine renovaties en vervangingen uitgevoerd. In 2025 staat de kunstgras toplaagrenovatie van vv De Valk op de planning en bij verschillende verenigingen de vervanging van de lichtinstallatie.    

De Europese Unie heeft een verbod afgekondigd op het gebruik van polymere infill vanaf 2031. Aangezien kunstgrasvelden gemiddeld 10 jaar meegaan moet er een alternatief worden gevonden in samenspraak met de betreffende voetbalclubs. Inmiddels zijn er verschillende alternatieven op de markt. De kunstgras voetbalvelden in de gemeente moeten in 2025/2026 worden gerenoveerd.

Kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren 
We beschikken op dit moment over 67 buitensportvoorzieningen waarop 20 verschillende sporten worden beoefend door ongeveer 28 verenigingen.  

Tractie 
Het beleidskader 
In het KOOR (Kwaliteit Onderhoud Openbare Ruimte) is opgenomen dat “gemiddeld B” het kwaliteitsniveau moet zijn van het onderhoud van onze kapitaalgoederen. Daarnaast zijn er diverse wetten of regelingen als de Wegenverkeerswet en het Attractiebesluit en eisen van sportbonden waarin bepalingen zijn opgenomen hoe onze kapitaalgoederen moeten worden onderhouden. In het kader van het project “Beheer op orde” hebben we een professionele beheerorganisatie ingericht die voor de uitvoering van hun werkzaamheden moet kunnen beschikken over bedrijfsvoertuigen en machines.  

Het beheer 
Het onderhoud aan de bedrijfsvoertuigen en machines wordt voor een groot deel verricht door eigen personeel in onze garage. Jaarlijks moeten er ook voertuigen en machines worden vervangen. Hiervoor hebben we de bestemmingsreserve “tractie ruimtelijk beheer” ingesteld. Naast de bedrijfsvoertuigen en machines van het team B&U zijn hierin ook de voertuigen van de bodes, GEO en de toezichthouders opgenomen. Het college stelt jaarlijks het benodigde vervangingsbudget ter beschikking vanuit deze reserve.  
 
Actuele ontwikkelingen 
De afgelopen jaren is het tractie bestand afgestemd op de nieuwe beheerorganisatie. Eind 2019 zijn we overgegaan op het tanken van de voor het milieu betere blauwe diesel (HVO-50). Sinds 2015 zetten we ons in voor een duurzamer tractiebestand. In dat jaar zijn twee elektrische bestelwagens aangeschaft. Sinds 2023 beschikt de gemeente Valkenswaard ook over haar eerste elektrische bakwagen. Recent hebben we (in 2024) een elektrische cirkelmaaier en gator (klein terreinvoertuig) aangeschaft. Binnen de mogelijkheden die er zijn proberen we op deze manier de voorbeeldfunctie van de gemeente toe te passen. 
In 2024 zijn we daarnaast gestart met het opstellen van een geactualiseerd tractiebeheerplan. Dit tractiebeheerplan vormt de kern van onze strategische benadering om de prestaties en duurzaamheid van ons tractiebestand te optimaliseren. 
We zien hierbij onder andere dat de afgelopen jaren de begroting en de werkelijke kosten steeds verder uit elkaar zijn gaan lopen, vooral met betrekking tot de exploitatiekosten voor onderhoud, die aanzienlijk hoger zijn dan begroot. Dit geldt ook voor de investeringskosten voor de voertuigen. Voor de komende vier jaar zijn actuele prijzen opgevraagd bij leveranciers, zodat de huidige marktwaarde per onderdeel realistisch wordt weergegeven.
Tot slot omarmt de gemeente ook voortdurend nieuwe ontwikkelingen in de markt, vooral op het gebied van toegankelijke voertuigen en machines voor verbeterde prestaties en duurzaamheid. We leggen de focus op het optimaliseren van onze productiviteit door kritisch te kijken naar de mogelijkheid tot het afschrijven van bestaande voertuigen en machines.


Kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren 
 We beschikken over een grote diversiteit aan voertuigen en machines waaronder een vrachtwagen, bak- en bestelwagens, aanhangers, tractoren met werktuigen, zitmaaiers, veegwagens en gladheidbestrijdingsmaterieel.  

Maatschappelijk vastgoed, inclusief onderwijshuisvesting

Het beleidskader
In 2019 is het gebouwenbestand voor de MJOV geactualiseerd. Voortbordurend op de in 2012 vastgestelde uitgangspunten, over het door ICS opgestelde rapport over maatschappelijk vastgoed, hebben we in 2019 en 2020 het vastgoedmanagement informatiesysteem gevuld.  

Het beheer
In dit systeem zijn alle bijgewerkte en actuele meerjarenonderhoudsverwachtingen opgenomen. Op basis van deze verwachtingen zullen we de onderhoudswerkzaamheden uitvoeren en de budgetten bijsturen. Vanaf 2023/2024 staat de verdere doorontwikkeling van vastgoed centraal.

We willen structurele verhoging van onderhoudskosten en/of grote problemen met de kwaliteit van de gebouwen voorkomen. Om het voorzieningenniveau op peil te houden, moet ook de technische kwaliteit van gebouwen en installaties voldoende zijn. Er is vastgesteld en beoordeeld dat de kwaliteit minimaal aan conditie 3 van de NEN 2767-methodiek moet voldoen. Dit alles zullen we doen aan de hand van een actualisatie van de in 2019 vastgestelde bestuursopdracht vastgoed 2019-2023. 

 In boekjaar 2023/2024 is de bestuursopdracht 2024-2028 vastgesteld, dit in navolging op bovenstaande vermelde bestuursopdracht. Ter uitvoering hiervan zijn afgelopen periode de Meerjarenonderhoudsbegrotingen (MJOB's) voor de gehele portefeuille op pandniveau geactualiseerd (op basis van NEN 2767 conditiemeting). Het geactualiseerd meerjarenonderhoudsplan gemeentelijk vastgoed 2024 t/m 2043 zal in september 2024 ter goedkeuring worden vastgelegd aan de Raad. Door actualisatie van de MJOB's ontstaat er een gedegen inzicht in de onderhoudsstaat van de gehele portefeuille.  Dit is van groot belang omdat wij hierdoor een helder overzicht hebben van het uit te voeren onderhoud per object, hierdoor wordt weer helderheid verschaft in de benodigde onderhoudsvoorziening.  In de geactualiseerde MJOB's zijn nog geen verduurzamingsmaatregelen opgenomen. Het verduurzamen van gemeentelijk vastgoed is complex en vraagt om een grondige aanpak en voorbereiding.  Als gemeente moeten we aansluiten bij de klimaatdoelstellingen en dat vraagt om strategie. Op dit moment zijn wij bezig met het uitwerken van een routekaart verduurzaming gemeentelijk vastgoed. Na afronding van deze routekaart zullen de beoogde verduurzamingsmaatregelen nader worden uitgewerkt, integraal met het MJOP. Tevens zullen de benodigde financiële middelen daarvoor in beeld worden gebracht. 

Actuele ontwikkelingen
In overleg met de schoolbesturen is een IHP (Integraal HuisvestingsPlan) opgesteld en door de raad vastgesteld. De financiële gevolgen hiervan zijn – in afwachting van definitieve besluitvorming door de gemeenteraad – nog niet verwerkt in deze begroting (maar wel ter informatie opgenomen in het bandbreedteoverzicht).  

Financiële consequenties kapitaalgoederen

Terug naar navigatie - Financiële consequenties kapitaalgoederen
bedragen x € 1.000
Opgenomen kredieten riolering 2025 2026 2027 2028
Krediet verbetering riool 374 374 374 -
Krediet vervaning riool 3.558 3.218 3.078 3.078
bedragen x € 1.000
Voorziening riolering 2025 2026 2027 2028
Voorziening riolering 184 184 184 184
bedragen x € 1.000
Opgenomen kredieten riolering 2025 2026 2027 2028
Krediet verbetering riool 374 374 374 -
Krediet vervaning riool 3.558 3.218 3.078 3.078
bedragen x € 1.000
Opgenomen kredieten wegen 2025 2026 2027 2028
Krediet grootschalig herstel afvalwegen 1.276 1.715 3.755 2.009
bedragen x € 1.000
Voorziening groot onderhoud 2025 2026 2027 2028
Voorziening groot onderhoud onttrekking 817 826 826 794
bedragen x € 1.000
Groen 2025 2026 2027 2028
Voor groen is een exploitatiebudget opgenomen in de begroting. Geen krediet van toepassing.
bedragen x € 1.000
Openbare verlichting 2025 2026 2027 2028
Voor openbare verlichting is een exploitatiebudget opgenomen in de begroting. Voor vervanging van specifieke openbare verlichting zijn (indien van toepasing kredieten opgenomen).
bedragen x € 1.000
VRI 2025 2026 2027 2028
Voor verkeersregelinstallaties is exploitatiebudget opgenomen in de begroting. Voor vervanging van specifieke verkeersregelinstallaties zijn (indien van toepasing kredieten opgenomen).
bedragen x € 1.000
Speelvoorzieningen 2025 2026 2027 2028
Reserve speeltoestellen onttrekking 137 130 110 86
bedragen x € 1.000
Buitensportvoorziening 2025 2026 2027 2028
Kredieten buitensport voorziening 889 1.574 325 323
bedragen x € 1.000
Tractie 2025 2026 2027 2028
Onttrekking reserve tractie 334 353 374 526
bedragen x € 1.000
Maatschappelijk vastgoed 2025 2026 2027 2028
Onttrekking voorziening onderhoud 2.663 1.339 820 2.008
bedragen x € 1.000
IHP 2025 2026 2027 2028
Voor het integraal huisvesting plan zijn er verschillende exploitatie en investeringsbudgetten opgenomen in de begroting 2025 - 2028.

Bedrijfsvoering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De wereld en daarmee onze opgaven veranderen in een vlot tempo. Dit vraagt meebewegen en meegroeien van onze organisatie. Onze samenwerkingspartners en inwoners mogen dit ook van ons verwachten.  Als gemeente maken we ons zowel sterk voor het algemeen belang als voor de behoeften van kleinere groepen in de samenleving. Dat dienstverlenend karakter moeten we laten zien aan de inwoners, organisaties en partners met wie wij samenwerken. 

 

Toekomstvisie 
De Toekomstvisie 2040 is ons kompas. Hiermee sturen we op wat voor gemeente we niet, maar vooral ook wel willen zijn in 2040. De Toekomstvisie 2040 heeft twee pijlers: 'Kwaliteit van leven in Valkenswaard' en 'FF offline in Valkenswaard.' Dat is onze focus. 

Sterk in je werk  
In ons programma Sterk in je werk staat de medewerker en zijn of haar ontwikkeling centraal. Het programma Sterk in je werk sluit goed aan op de Toekomstvisie. Waar de Toekomstvisie aangeeft wie of wat we straks willen zijn, geeft dit programma aan hoe we daar willen komen. Ons huidige programma Sterk in je werk kent vijf thema’s, de bollen in de afbeelding aan de rechterzijde. Met deze thema’s en de projecten die daaronder vallen, willen we bijdragen aan een sterkere medewerker en een sterkere organisatie, die klaar zijn voor de toekomst. Er gebeurt veel in de maatschappij, met nieuwe trends en ontwikkelingen die op ons afkomen. Om hier zo goed mogelijk op aan te sluiten, gaan we het ontwikkelingsprogramma opnieuw evalueren en bijstellen.
 
Sterk in je samenwerking 
In sterk in je samenwerking staat het samenwerken met onze partners centraal. We zijn continue in verbinding en in gesprek met onze omgeving. Samen met onze inwoners, onze (regionale) samenwerkingspartners en andere overheden werken we aan de doelen uit de Toekomstvisie. We zijn daarbij Altijd Open, we luisteren naar onze inwoners en partners. We denken mee en maken mogelijk, omarmen nieuwe en andere ideeën bij alles wat er in onze samenleving speelt. Participatie is en blijft een sleutelwoord. Het is belangrijk dat we de samenwerking vanaf het begin opzoeken.  

Ook regionaal liggen er kansen om ons te profileren. We kijken daarbij niet enkel naar wat de regio ons biedt, maar nadrukkelijk ook naar wat wij de regio kunnen bieden. We hebben toegevoegde waarde aan de Brainportregio en zetten hierop in, in de manier waarop we samenwerken met de regio. Onze toekomstvisie, met de pijlers Kwaliteit van leven in Valkenswaard en FF offline in Valkenswaard, en de regionale ontwikkelstrategie bieden daar de handvatten voor. 
 

Focuspunten voor het programma Sterk in je Werk en Sterk in je Samenwerking
Binnen de programma’s hebben we meer focus aangebracht op basis van input uit het medewerkersonderzoek 2022 en de SWOT-analyse 2022. De focuspunten helpen ons om onze doelen te bereiken en maken het programma beheersbaar. De (digitale) ontwikkelingen gaan zo snel dat geen focus ervoor kan zorgen dat de doelen uit het oog worden verloren omdat op we elke trein springen. Het huidige programma kent de volgende focuspunten. 

•    Integraal werken
Samenwerking tussen teams – In de Toekomstvisie staat dat samenwerking steeds belangrijker wordt als we de doelen van onze centrale thema’s willen behalen. Een integrale benadering, over de beleidsgrenzen heen, is dus noodzakelijk. Aan de ene kant gaat het over praktische zaken: wie hebben we waarvoor nodig, hoe kan ik wie vinden en hoe pakken we integraal werken het best aan? Maar aan de andere kant gaat het over gedrag: hoe zorgen we ervoor dat samenwerking onderdeel van onze manier van werken wordt? En dat we altijd op zoek gaan naar de juiste mensen om tot het beste resultaat te komen? De werkgroep heeft in 2022 een plan van aanpak opgesteld, de acties hieruit zijn grotendeels geïmplementeerd of afgerond. De laatste acties zijn afgerond in 2024. Het borgen is een belangrijk aandachtspunt. Het blijft belangrijk dit thema met enige regelmaat bespreekbaar te maken en dus op de interne agenda’s te plaatsen. 

•    Doen!
Sturingsfilosofie – Onder leiding van een begeleidingsgroep, waarin een afvaardiging van raads- en collegeleden en de ambtelijke organisatie zijn vertegenwoordigd, is een sturingsfilosofie op rolneming en participatie opgesteld. In 2025 werken we gezamenlijk aan een concrete uitwerking hiervan op basis van de ontwikkelagenda en passen we de ambities toe in ons beleid. 

•    Groei!
Arbeidsmarktvraagstuk – Vanwege de krapte op de arbeidsmarkt is het voor gemeenten belangrijk om zich goed te positioneren en te profileren als aantrekkelijke werkgever. Hiervoor is gewerkt aan een arbeidsmarktbenadering, waarmee in 2025 gewerkt wordt met het doel om te blijven groeien!

Personeel & Organisatie

Terug naar navigatie - Personeel & Organisatie

Het gestarte organisatieontwikkelproces gericht op een optimale dienstverlening en samenwerking zal in 2025 worden voortgezet. Dit is in lijn met bovengenoemde focuspunten bij HR. 

Functieboek en HR-gesprekscyclus
Het functieboek wordt ingedeeld volgens de HR21 systematiek. Begin 2020 is het functieboek voor het laatst geactualiseerd en opnieuw vastgesteld, het streven is om dit in Q4 van 2024 te herhalen. 
De HR-gesprekscyclus bestaat uit o.a. “Het goede gesprek”. Tijdens dit gesprek gaan medewerker en manager, op basis van gelijkwaardigheid, een dialoog aan. Er wordt met name ingezet op het welzijn en op de ontwikkeling van de toekomstbestendige medewerker, als gevolg van de ontwikkelingen vanuit Strategische Personeelsplanning. We gebruiken daarvoor POP-gesprekken (persoonlijke ontwikkeling)


Medewerker onderzoek (MO) 
In september 2022 is het Medewerker onderzoek voor de tweede keer voor gemeente Valkenswaard, en ook A2 breed, uitgezet. De eerste keer was in 2019. Een deel van het onderzoek richt zich op A2 brede organisatievragen, het grootste gedeelte van de vragen richt zich op de afzonderlijke organisaties. Voor wat betreft de organisatie brede resultaten van het MO geven medewerkers als succesfactoren aan de interne samenwerking binnen teams, collega's en klantgerichtheid. De verbeterpunten zijn interne communicatie, integrale samenwerking, beoordeling en beloning. In 2025 wordt er weer vervolg gegeven aan het Medewerker onderzoek.

Arbeidsmarktbenadering
De huidige arbeidsmarkt staat onder druk. Vacatures staan lang open, gekwalificeerd personeel is moeilijk te krijgen. Dit dwingt de organisatie anders te kijken, te denken en te handelen ten opzichte van de arbeidsmarkt. Enerzijds worden er korte termijn acties opgepakt om het ontstane probleem beheersbaar te maken, anderzijds wordt er gewerkt aan een planning voor de middellange termijn. Ook de leeftijdsopbouw van het huidige personeelsbestand maakt dat er nu actie ondernomen moet worden voor de middellange termijn om de vacatures die nog zullen gaan ontstaan straks adequaat in te kunnen vullen. Bovendien blijkt uit onderzoeken dat jongere werknemers minder lang bij eenzelfde werkgever in dienst blijven en andere behoeften hebben. In regionaal verband wordt er ook gewerkt aan het arbeidsmarktvraagstuk, hierbij is de organisatie aangesloten. Er loopt een traineepool binnen de organisatie bestaande uit 3 trainees. Naast het vinden van nieuwe medewerkers focust de organisatie zich ook op het binden & boeien van bestaande medewerkers. Hoe houden we medewerkers binnen de organisatie en wat is daarvoor nodig? Naast korte termijn acties die doorlopend zijn ingezet is er in het kader van vinden, binden & boeien in beeld gebracht wat de vraagstukken zijn voor de middellange termijn, de oorzaken en de mogelijke oplossingsrichtingen. Vervolgens worden er acties aan gekoppeld. 

Formatieontwikkeling en –beheersing
In de begroting 2025 is de formatie ten opzichte van de begroting 2024 toegenomen met 16,69 fte. Dit is voornamelijk het gevolg van de ontvlechting facilitair en secretariaat uit de A2 naar de gemeente VW, team Dienstverlening per 1-1-2024.

In aantal FTE
Team 2023 2024 2025
Realisatie Begroot Begroot
Griffie 2,57 2,28 2,57
Directie/staf 6,56 6,56 7,56
Dienstverlening (voorheen KCB) 12,04 12,04 26,12
Klancontact Omgeving (KCO) 23,92 23,92 23,73
Klantcontact Zorg (KCZ) 27,94 27,94 27,94
Beheer & Uitvoering (B&U) 43,69 43,69 43,71
Sociaal en Economisch Beleid (SEB) 30,22 30,22 31,22
Ruimtelijk Beleid (RB) 34,92 34,92 34,48
Projecten & Programma’s (P&P) 12,8 12,8 13,73
Toegestane formatie-omvang per 1 januari begrotingsjaar 194,66 194,37 211,06
Centrum voor muziek en dans (CMD) 9,58 9,58 9,74
Bovenstaande tabel heeft peildatum juni 2024.

Personeelsopbouw

Terug naar navigatie - Personeelsopbouw
Leeftijd Percentage van totaal
21-30 jaar 10,68% (24)
31-40 jaar 23,08% (51)
41-50 jaar 18,10% (40)
51-60 jaar 27,60% (61)
61 en ouder 20,36% (45)
100% (221)
Bovenstaande tabel heeft peildatum juni 2024.
In het overzicht met betrekking tot de personeelsopbouw zijn het CMD, B&W en gemeenteraad niet meegenomen.

Uitgangspunten tijdelijke inhuur

Terug naar navigatie - Uitgangspunten tijdelijke inhuur

De inzet van externe medewerkers wordt bepaald op basis van een aantal uitgangspunten:
•    Incidenteel werk, waaronder projecten;
•    Tijdelijk extra capaciteit;
•    Specifieke vaardigheden gezien de ontwikkeling van de organisatie;
•    Externe deskundigheid;
•    Vervanging bij ziekte;
•    Moeilijk in te vullen vacatures door krapte arbeidsmarkt.

Ziekteverzuim

Terug naar navigatie - Ziekteverzuim

In 2023 (meetpunt hele jaar 2023) was het ziekteverzuim 4,94 procent en de meldingsfrequentie bedroeg 0,73. Het ziekteverzuim is flink gedaald ten opzichte van het jaar 2022 (ziekteverzuim 2022: 6,04 procent), de meldingsfrequentie is bijna gelijk gebleven (meldingsfrequentie 2021: 0,72). Het verzuimpercentage A&O cijfer 2023 van gemeenten 20.000-50.000 is 6,5 procent, dat betekent dat de gemeente Valkenswaard een flink lager verzuimpercentage heeft. De meldingsfrequentie is laag in vergelijking met vergelijkbare gemeenten. 

Preventief wordt ingezet op het dreigend vermijdbaar verzuim op dezelfde doeltreffende wijze voortzetten en ernaar streven om het verzuimcijfer niet verder op laten lopen.

Ontwikkelingen in de bedrijfsvoering – GRSA2

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen in de bedrijfsvoering – GRSA2

Sinds 2004 werken de gemeenten Cranendonck, Heeze-Leende en Valkenswaard samen op het gebied van bedrijfsvoering en het onderdeel Werk & Inkomen. Hiervoor is een samenwerkings-verband opgezet: de Gemeenschappelijke Regeling A2-samenwerking, kortweg GRSA2. Diverse, van de hieronder genoemde, ontwikkelingen worden door deze organisatie vormgegeven. De begroting vormt hiervoor het kader.

Begroting - GRSA2

Terug naar navigatie - Begroting - GRSA2

Gezien de afnemende budgetten zijn, in de aanloop naar de GRSA2-begroting 2025  diverse voorstellen on hold gezet; dit terwijl het op orde krijgen van de basis steeds meer investeringen vergt. Het gevolg is dat er prioriteiten gesteld moeten worden door de GRSA2, waardoor de dienstverlening verder onder druk komt te staan.  
De (afgeslankte) begroting van de GRSA2 is voorgelegd aan de gemeenteraden. De raden hebben een positieve zienswijze afgegeven maar vragen om het gesprek aan te gaan over de gevolgen. 

Nieuw uiterlijk begroting / verdere investering in professionalisering - GRSA2

Terug naar navigatie - Nieuw uiterlijk begroting / verdere investering in professionalisering - GRSA2

De begroting 2025 heeft een geheel nieuwe uiterlijk gekregen; in 2024 is gestart met het implementeren van een rapportagetool (Pepperflow), waarmee een professionaliseringsslag is gemaakt. Dit in combinatie met een opleidingstraject voor medewerkers, zorgt ervoor dat er een kwaliteitsslag is gemaakt. Ook in 2025 zal hier verder in geïnvesteerd worden, door structureel capaciteit vrij te maken voor de verdere ontwikkeling van deze rapportagetool. 

Human Resources (HR) - GRSA2

Terug naar navigatie - Human Resources (HR) - GRSA2

De huidige arbeidsmarkt staat erg onder druk en het invullen van (cruciale) functies wordt steeds moeilijker. Het is nog meer van belang om een prettige werkgever te zijn, waar ruimte is voor (persoonlijke) ontwikkeling. Een organisatie waar medewerkers trots op zijn en zich met plezier voor inzetten.

Om voor de 4 organisaties passende HR ondersteuning te realiseren, is HR druk bezig om de processen toekomstbestendig in te richten, hierbij taken en verantwoordelijkheden te bepalen en het systeem te optimaliseren. De aanbesteding E-HRM is nu gaande en in het 1e kwartaal 2025 vindt de gunning plaats, waarna de implementatie vorm gegeven gaat worden. 

HR is verder wet- en regelgeving aan het implementeren en eigen regelingen aan het actualiseren en optimaliseren. Denk aan medewerkers : Opleiding & Ontwikkeling & Vitaliteit in het kader van behoud. Actualisatie arbeidsvoorwaarden blijft ook een actueel thema. 
Daarnaast adviseert en ondersteunt HR het lijnmanagement actief bij o.a. Strategische Personeelsplanning, verzuim, arbeidsmarkt, in-, door- en uitstroom, medewerkersonderzoek en het implementeren van CAO-wijzigingen. 

Informatiebeveiliging - GRSA2

Terug naar navigatie - Informatiebeveiliging - GRSA2

Bijna alle gemeentelijke processen kunnen niet meer zonder een goede digitale ondersteuning. De risico’s rondom cybersecurity nemen steeds meer toe en criminelen worden steeds inventiever om data te stelen of te gijzelen. Als er één terrein is waarvoor geldt dat ervaringen uit het verleden geen garanties geven voor de toekomst, is dat digitale veiligheid. Digitale veiligheid vraagt een voortdurende en complexe evenwichtsoefening om uiteenlopende belangen, digitale dreigingen en digitale weerbaarheid in balans te krijgen of te houden. Ondanks alle inspanningen zijn cyberincidenten niet altijd te voorkomen. 
In 2025 worden verdere stappen gezet om te voldoen aan de nieuwe Baseline informatie-beveiliging Overheid, kortweg BIO 2.0; deze BIO vormt het basisnormenkader voor alle overheidslagen (Rijk, gemeenten, provincies en waterschappen) en sluit aan op de bestaande ISO-standaarden (27001 en 27002). De overheid heeft zich verplicht de BIO te implementeren, zodat burgers kunnen vertrouwen op een goede beveiliging van gegevens. In onderstaand schema is het jaarplan 2025 uitgewerkt. 

Eenduidige Normatiek Single Information Audit - GRSA2

Terug naar navigatie - Eenduidige Normatiek Single Information Audit - GRSA2

ENSIA (Eenduidige Normatiek Single Information Audit) is ontstaan vanuit een gezamenlijk initiatief van de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Infrastructuur en Milieu, Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Het doel van ENSIA is om tot een zo effectief en efficiënt mogelijk ingericht verantwoordings-stelsel voor informatieveiligheid te komen, gebaseerd op de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO).

Jaarlijks worden zeven informatiesystemen geëvalueerd, aan de hand van een toetsingskader. Dit kader is mede tot stand gekomen door het ministerie van BZK. Diverse basisregistraties worden daarbij getoetst, zoals de Basisregistratie Personen, Adressen en Gebouwen, grootschalige Topografie en Ondergrond. Daarnaast wordt aandacht geschonken aan de paspoortuitvoeringsregeling en de digitale persoonsidentificatie. 
ENSIA helpt gemeenten in één keer verantwoording af te leggen over informatieveiligheid gebaseerd op de normen die gelden voor de Nederlandse overheid, de Baseline Informatie-beveiliging Overheid (BIO). Met ENSIA sluit de verantwoording over informatieveiligheid aan op de planning en control-cyclus van de gemeente

Interne Controle, rechtmatigheid en frauderisico - GRSA2

Terug naar navigatie - Interne Controle, rechtmatigheid en frauderisico - GRSA2

Om een rechtmatigheidsverantwoording te kunnen opstellen, zijn de eisen afgelopen jaar vanuit de accountant aangescherpt. Een steekproefmodel is inmiddels aangeschaft en geïmplementeerd; dit model vormt de basis voor de controle 2024 en 2025. De daadwerkelijke controles worden uitgevoerd door het team Auditing & Control (van de GRSA2) voor de vier organisaties. De werkzaamheden van genoemd team zijn gericht op het toetsen en optimaliseren van de diverse financiële bedrijfsprocessen, inclusief de informatievoorziening. Daarbij wordt onder andere gekeken naar de processen rondom inkoop- en aanbesteding, personeel, grondexploitaties en de diverse processen van het sociaal domein. Er wordt actief gestuurd op de opvolging van aanbevelingen vanuit het team Auditing & Control. Ditzelfde geldt voor de aandachtspunten van de accountant uit hun Managementletter en het verslag van bevindingen. 

Belastingen - GRSA2

Terug naar navigatie - Belastingen - GRSA2

Om goede aanslagen te kunnen opleggen, is het van belang dat de brongegevens juist en volledig zijn. Koppelingen met andere systemen, zoals de BAG (Basisadministratie Adressen en Gebouwen) blijven aandacht vragen. In samenspraak met de waarderingskamer vinden enkele verfijningen/aanpassingen van het waarderingsmodel plaats. 

Gegevensbeheer Basisregistraties - GRSA2

Terug naar navigatie - Gegevensbeheer Basisregistraties - GRSA2

De focus voor ons blijft op de kwaliteit van de data en op het onderling met elkaar afstemmen van de data in de (verschillende) basisregistraties om de actualiteit, volledigheid en betrouwbaarheid te kunnen (blijven) borgen. De verwachting is bijv. dat de BAG- en de WOZ-basisregistraties meer en meer van dezelfde databronnen gebruik zullen moeten gaan maken. Externe ontwikkelingen richten zich o.a. op het federatieve stelsel en de doorontwikkeling van de geografische-basisregistraties (kortweg GEO). Het is de bedoeling dat data ook uitgewisseld kan worden met andere dataregistraties zoals bijvoorbeeld het UWV, DUO enz. Maar ook voor het data gedreven werken binnen de gemeenten m.b.t. grote maatschappelijke opgaven, zijn de gegevens van deze GEO-basisregistraties belangrijk.  De ontwikkelingen binnen de gemeenten, denk aan woningbouw, hebben effect op de werkzaamheden bij gegevensbeheer in de GRSA2, maar ook de toename in het aantal informatieverzoeken die we de afgelopen jaren al zien zullen impact hebben. Hier zullen we met elkaar keuzes in moeten maken. 

Informatie-/archiefbeheer - GRSA2

Terug naar navigatie - Informatie-/archiefbeheer - GRSA2

Het informatie- en archiefbeheer valt onder de toezichthoudende rol van de Provincie. Het oordeel in de afgelopen jaren was dat ons informatie- en archiefbeheer niet voldoende op orde was, waarvoor er een plan is opgesteld gericht op verbeteringen. De eerste resultaten in 2024 zijn positief, maar er moeten nog stappen gezet worden. In het verbeterplan staat o.a. de invoering van een kwaliteitszorgsysteem, een structuur waarmee rapporten worden gemaakt en waarmee de kwaliteit van documentatie gemeten wordt en het informatiebeheerplan. Diverse archiefplaatsen (bijv. op schijf/netwerk) moeten worden overgebracht naar het centrale e-depot.  In de nieuwe archiefwet (waarschijnlijk 2025) wordt de overbrenging van 20jr naar 10jr verkort. Dit betekent dat er iedere 10 jaar overgebracht moet worden. We zijn wettelijk verplicht, 3 blokken analoog (papier) gemeentearchief uiterlijk 2029 over te brengen. Dit proces is specialistisch en zeer arbeidsintensief werk waarvoor extra capaciteit nodig is. 

I&A visie / ontwikkelingen - GRSA2

Terug naar navigatie - I&A visie / ontwikkelingen - GRSA2

Begin 2024 is de nieuwe I&A visie voor 2024-2027 vastgesteld, die als verbindende kapstok ingezet wordt om snel in te kunnen spelen op maatschappelijke en technologische veranderingen. We zijn hiermee gestart onder de vlag “Samen bouwen aan digitale duurzaamheid, waar innovatie verbindt en data inspireert”. 
In de met de visie samenhangende projectenportfolio zijn alle bekende I&A projecten en ontwikkelingen opgenomen op de thema’s: 
-    Dienstverlening en bereikbaarheid
-    Samenwerken, harmoniseren & proces optimalisatie
-    Informatie toegankelijkheid en transparantie
-    Data gedreven gemeente en regie op gegevens
-    Digitale veiligheid, privacy & bewustwording
-    Digitaal-vaardige organisatie
-    Optimale ICT-werkomgeving
-    Nieuwe wetgeving

De financiële uitdagingen waar we als gemeentelijke organisaties mee te maken krijgen in deze periode, zullen zeker invloed gaan hebben op de uitvoering van de verschillende projecten. Ook hier zullen we met elkaar keuzes moeten maken en prioriteiten moeten stellen 

Plaats- en tijdonafhankelijk werken (PTOW) - GRSA2

Terug naar navigatie - Plaats- en tijdonafhankelijk werken (PTOW) - GRSA2

De beschikbaarheidseisen aan informatiesystemen nemen steeds meer toe en sinds Corona is het steeds meer gemeengoed geworden om (deels) thuis te werken. Daarnaast eisen processen een steeds krachtigere ICT-ondersteuning. Om al deze ontwikkelingen te kunnen blijven volgen, ondersteunen en mee te groeien biedt de huidige omgeving onvoldoende mogelijkheden. Daarom zal in 2025 verder ingezet worden om de huidige omgeving te vervangen en medewerkers te voorzien van hybride werkplekken met mobiele apparaten (zoals laptops) om zowel thuis als in de gemeentehuizen goed te kunnen werken. 

Harmonisatie applicaties - GRSA2

Terug naar navigatie - Harmonisatie applicaties - GRSA2

Ook in 2025 zullen we daar waar de kansen zich voordoen inzetten op harmonisatie van ons applicatielandschap. Dit betekent dat wij bij reguliere vervangingen van bestaande applicaties (vanwege rechtmatigheidseisen en/of technologische ontwikkelingen) allereerst rekening houden met het borgen van de continuïteit van de dienstverlening en daarbij harmonisatie als uitgangspunt stellen. Harmonisatie werkt ook door in het beheer van applicaties, denk bijv. aan het centraal of decentraal inrichten/beheren van processen. Zo is in 2024 is veel energie samen met de gemeenten om de inrichting van de VTH-applicatie voor vergunningverlening te optimaliseren in relatie met de omgevingswet. Een uitdaging wordt hier nog onderkent op de borging van het beheer van de overige ketenapplicaties in het ruimtelijk domein. Dit zal ook verder in 2024/2025 nog aandacht vragen van ons allen. Het maken van stappen in het harmonisatievraagstuk vraagt continue aandacht.

Verbonden partijen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding


De gemeente Valkenswaard participeert in diverse rechtsvormen. Wanneer samenwerking plaats biedt aan bestuurlijke invloed én er een financieel belang mee gemoeid is, spreken we van verbonden partijen. Uitgangspunt is dat deze vorm van samenwerking bijdraagt aan het realiseren van de doelstellingen van de gemeente. De tegenhanger is dat bepaalde vormen van samenwerking ook risico’s met zich meebrengen. Denk hierbij aan bestuurlijke en politieke risico’s, maar ook aan financiële risico’s.

Op 28 november 2013 heeft de gemeenteraad de nota ‘Verbonden partijen’ vastgesteld. Daarin hebben we een visie op verbonden partijen bepaald en hebben we een aantal uitgangspunten en spelregels geformuleerd, waardoor de gemeente grip kan houden op de risico’s en tijdig kan bijsturen. Ook de wijziging van het Besluit Begroting en Verantwoording van 25 juni 2013 en 2016 heeft geleid tot een aantal aanpassingen in de paragraaf verbonden partijen.

Met deze aanpassingen willen we meer inzicht in en grip krijgen op de resultaten, financiën en risico’s van de verbonden partijen. Concreet moeten we, behalve de al opgenomen informatie, ook de volgende informatie meenemen:
-    het openbaar belang dat wordt gewaarborgd (financieel en bestuurlijk belang);
-    visie/doelstelling van de verbonden partij in relatie tot de doelen van de gemeente;
-    deelnemende organisaties in de verbonden partij;
-    de veranderingen die zich hebben voorgedaan gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft;
-    het eigen en het vreemd vermogen en de solvabiliteit van de verbonden partij aan het begin en aan het einde van het begrotingsjaar;
-    het (financieel) resultaat van de verbonden partij;
-    verplichting tot afdekking van risico’s;

Overzicht verbonden partijen en de bijdrage

Terug naar navigatie - Overzicht verbonden partijen en de bijdrage

In onderstaande tabellen worden alle verbonden partijen behandeld. Voor zover definitieve jaarrekeningen nog niet beschikbaar zijn, zijn conceptcijfers ingevuld, dan wel n.n.b. (nog niet bekend).

bedragen x € 1.000
Verbonden Partij Bijdrage 2025
Gemeenschappelijke regelingen
Samenwerkingsverband A2 gemeenten (GRSA2) 11.692
Omgevingsdienst Zuidoost Brabant (ODZOB) 587
Metropoolregio Eindhoven (MRE) 514
Gemeenschappelijke gezondheidsdienst Brabant-Zuidoost (GGD) 1359
Werkvoorzieningschap Regio Eindhoven (Ergon) 5.640
Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost (VRBZO) 2.037
BNG Bank 32
21.861
Overige verbonden partijen
Cure 3.948
BGTS Groote Heide 53
4.001
Totaal 25.862

Samenwerkingsverband A2 gemeenten

Terug naar navigatie - Samenwerkingsverband A2 gemeenten
bedragen x €1.000
Samenwerkingsverband A2 gemeenten
Visie/doel Doelstelling van de samenwerking is het verbeteren van de kwaliteit, het verminderen van de kwetsbaarheid, het borgen van de continuïteit en verminderen van de kosten.
Type verbonden partij Gemeenschappelijke regeling
Deelnemende partijen De gemeenten Heeze-Leende, Cranendonck en Valkenswaard.
Bestuurlijk belang Het college is lid van het bestuur.
Vestigingsplaats Heeze-Leende
Financieel belang 1-1-2025 31-12-2025
47.7 % 47.7 %
Bijdrage gemeente Valkenswaard 2024 2025
(bedragen x € 1.000)
€ 10.652 € 11.692
Risico’s Zoals in de gemeenschappelijke regeling is aangegeven ligt het financiële risico bij de deelnemende gemeenten.
Jaarlijks wordt het financiële resultaat van de GRSA2 met de gemeenten verrekend. Via de Berap van de GRSA2 wordt jaarlijks een zo goed mogelijke voorspelling van dit resultaat gegeven, zodat dit bedrag opgenomen kan worden in de P&C cyclus van de deelnemende gemeenten.
Financiële informatie Resultaat Eigen vermogen per Eigen vermogen per Vreemd vermogen Vreemd vermogen
(bedragen x € 1.000) 2025 1-1-2025 31-12-2025 per 1-1-2025 per 31-12-2025
(geprognotiseerd)
€ n.n.b. € n.n.b. € n.n.b. € 7.995 € n.n.b.

Omgevingsdienst Zuidoost Brabant (ODZOB)

Terug naar navigatie - Omgevingsdienst Zuidoost Brabant (ODZOB)
Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant (ODZOB)
Visie/doel De omgevingsdienst is ingesteld om ten behoeve van de deelnemers taken uit te voeren op het gebied van het omgevingsrecht en daarmee als uitvoeringsdienst van het lokaal en provinciaal bestuur een bijdrage te leveren aan het realiseren en borgen van de door de verantwoordelijke overheden in de regio Zuidoost-Brabant aangegeven kwaliteit van de fysieke leefomgeving (zie artikel 2 lid 3 van de Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant 2015).
Type verbonden partij Gemeenschappelijke regeling
Deelnemende partijen Asten, Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Deurne, Eersel, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, Heeze-Leende, Helmond, Laarbeek, Nuenen c.a., Oirschot, Reusel-De Mierden, Someren, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven, Waalre en Provincie Noord-Brabant.
Bestuurlijk belang Het bestuur van de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant bestaat uit het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur en de voorzitter. In hoofdstuk drie van de GR is alles omtrent samenstelling en werkwijze van deze organen geregeld.
Vestigingsplaats Eindhoven
Financieel belang 1-1-2025 31-12-2025
2,50% 2,50%
Bijdrage gemeente 2024 2025
Valkenswaard € 600 € 587
(bedragen x € 1.000)
Risico’s Ten behoeve van de Ontwerpbegroting 2025 en jaarrekening 2023 zijn de risico’s opnieuw geïnventariseerd. Deze inventarisatie is opgenomen in bijlage C. Uit deze inventarisatie blijkt dat de verwachtingswaarde van de risico’s met de grootste potentiële impact € 1.105.000 bedraagt.
De algemene reserve van de ODZOB bedraagt per ultimo 2023 € 1.200.000. Dat is meer dan bovenstaande verwachtingswaarde van de risico’s. Vandaar dat de deelnemers geen ODZOB-risico’s in hun eigen financiële buffers hoeven af te dekken.
Financiële informatie Resultaat Eigen vermogen per 01-01-2025 Eigen vermogen per 31-12-2025 Vreemd vermogen per 01-01-2025 Vreemd vermogen per 31-12-2025
(bedragen x € 1.000) 2025 (geprognotiseerd)
€ 0 € 2.217 € 2.466 € 7.295 € 7.378

Metropoolregio Eindhoven (MRE)

Terug naar navigatie - Metropoolregio Eindhoven (MRE)
bedragen x € 1.000
Metropoolregio Eindhoven (MRE)
Visie/doel Samenwerkingsverband tussen 21 gemeenten in de regio Zuidoost-
Brabant. Het takenpakket is vastgelegd in artikel 4 van de Gemeenschappelijke Regeling Metropoolregio Eindhoven.
Type verbonden partij Gemeenschappelijke regeling
Deelnemende partijen De gemeenten Asten, Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Deurne, Eersel, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, Heeze-Leende, Helmond, Laarbeek, Nuenen c.a., Oirschot, Reusel- De Mierden, Someren, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven en Waalre.
Bestuurlijk belang Het bestuur van de Metropoolregio Eindhoven bestaat uit het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur en de voorzitter. In de hoofstukken 4 en verder van de GR is alles omtrent samenstelling en werkwijze van deze organen geregeld. De bestuursorganen laten zich in hun taakuitoefening bijstaan door portefeuillehouders-overleggen en andere overlegorganen. Samenstelling en werkwijze van deze overlegorganen is geregeld in het Statuut Overlegorganen.
Vestigingsplaats Eindhoven
Financieel belang 1-1-2025 31-12-25
Het MRE rekent met een bijdrage voor Brainport Development, het SRE Stimuleringsfonds en het Regionaal Historisch Centrum (RHCe). Het MRE rekent met een bijdrage voor Brainport Development, het SRE Stimuleringsfonds en het Regionaal Historisch Centrum (RHCe).
Bijdrage gemeente Valkenswaard 2024 2025
(bedragen x € 1.000)
€ 441 € 514
Risico’s Op basis van de nota Risicomanagement en weerstandsvermogen Metropoolregio Eindhoven (vastgesteld AB juli 2018) wordt bepaald wat de organisatie onder risicomanagement verstaat en welke uitgangspunten hierbij worden gehanteerd. Tevens is bepaald welke risico’s door de Metropoolregio Eindhoven worden gedragen en welke door de deelnemende gemeenten. Als uitwerking van de nota zijn voor de organisatie de risico’s in beeld gebracht, geclassificeerd en financieel inzichtelijk gemaakt. Jaarlijks worden bij het opstellen van de begroting en jaarrekening deze risico’s opnieuw beoordeeld. De huidige stand van de algemene reserves is voldoende om deze risico’s af te dekken.
Financiële informatie Resultaat Eigen vermogen per Eigen vermogen per Vreemd vermogen Vreemd vermogen
(bedragen x € 1.000) 2025 Per 01-01-2025 Per 31-12-2025 per 01-01-2025 per 31-12-2025
(geprognotiseerd)
€ 0 € 12.334 € 11.984 € 14.737 € 14.503

Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Brabant-Zuidoost (GGD)

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Brabant-Zuidoost (GGD)
Bedragen x €1.000
Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Brabant-Zuidoost (GGD)
Visie/doel De GGD heeft tot doel een bijdrage te leveren aan de publieke gezondheidszorg (PG) en de ambulancezorg (AZ).
Type verbonden partij Gemeenschappelijke regeling
Deelnemende partijen Asten, Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Deurne, Eersel, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, Heeze-Leende, Helmond, Laarbeek, Nuenen c.a., Oirschot, Reusel- De Mierden, Someren, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven en Waalre.
Bestuurlijk belang Gemeentebestuurders zijn vertegenwoordigd in het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur van de GGD. Het algemeen bestuur stelt de hoofdlijnen van het GGD beleid vast alsmede de begroting en de jaarrekening. Het dagelijks bestuur ziet toe op de dagelijkse gang van zaken, bereidt samen met de directeur de AB-vergaderingen voor en draagt zorg voor het uitvoeren van de besluiten van het AB. Zowel het DB als het AB vergadert ca 5 keer per jaar.
Vestigingsplaats Eindhoven
Financieel belang 1-1-2025 31-12-2025
De bijdrage aan de GGD bestaat uit een reguliere bijdrage op basis van een tarief per inwoner en een marktconforme tarieven voor de plustaken. De bijdrage aan de GGD bestaat uit een reguliere bijdrage op basis van een tarief per inwoner en een marktconforme tarieven voor de plustaken.
Bijdrage gemeente Valkenswaard 2024 2025
(bedragen x € 1.000)
€ 1.213 €1.359
Risico’s Jaarlijks wordt voor het bestuur, bij het aanbieden van de programmabegroting, een actuele financiële risico-inventarisatie opgesteld. De inventarisatie per begin 2024 resulteert in een benodigde weerstandscapaciteit van ca. €2.600.000 voor het programma Publieke Gezondheid en ca. €2.800.000 voor Ambulancezorg.
Binnen de GGD kan alleen de algemene Reserve als weerstandscapaciteit worden aangemerkt. De Algemene reserve werd/wordt hoofdzakelijk gevuld door middel van eventuele voordelige exploitatieresultaten. De algemene reserve bedraagt in totaal ca. €3.050.000. Hiermee lopen de deelnemende gemeenten dus een risico, voor een bedrag van €5.400.000 -/- €3.050.000 = ca. 2.350.000. Een laag weerstandsvermogen betekent dat financiële tegenvallers van enige omvang niet uit de algemene reserve kunnen worden opgevangen.
Specifiek voor de gemeente Valkenswaard geldt in totaal een risico van € 88.547.
Nieuwe of toegenomen risico’s zijn:
-         Toenemende arbeidsmarktkrapte bij specifieke functies
-         Beveiligingsproblemen
-         Stijging van salariskosten boven de indexering
-         Meer werk en kosten op langere termijn door verslechterde algemene gezondheidssituatie van burgers
-         Meer kosten en enorme impact op de werkzaamheden van GGD door D-corona,- M-Pox en Oekraïne crisis
Financiële informatie Resultaat Eigen vermogen per Eigen vermogen per Vreemd vermogen per Vreemd vermogen per
(bedragen x € 1.000) 2025 1-1-2025 31-12-2025 1-1-2025 31-12-2025
(geprognotiseerd)
€ 0 € 3.935 € 3.915 € 27.932 € 27.411

Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost (VRBZO)

Terug naar navigatie - Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost (VRBZO)
bedragen x € 1.000
Veiligheidsregio Brabant - Zuidoost (VRBZO)
Visie/doel Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost (VRBZO) is een organisatie waarin de brandweer en de geneeskundige hulpverleningsorganisatie in de regio (GHOR) samenwerken om incidenten en rampen te voorkomen, te beperken en te bestrijden.
Type verbonden partij Overige verbonden partijen
Deelnemende partijen Asten, Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Deurne, Eersel, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, Heeze-Leende, Helmond, Laarbeek, Nuenen c.a., Oirschot, Reusel- De Mierden, Someren, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven en Waalre.
Bestuurlijk belang Het bestuur van VRBZO bestaat uit de burgemeesters van de deelnemende gemeenten en kent een Algemeen Bestuur, Dagelijks Bestuur en de voorzitter. De bestuursorganen laten zich in hun taakuitoefening adviseren door de Adviescommissie Financiën & Bedrijfsvoering waarin vertegenwoordigers van het bestuur, gemeentesecretarissen (2) en controllers van gemeenten (2) zitting hebben. Daarnaast zijn er drie bestuurlijke vooroverleggen waarin onderwerpen met betrekking tot crisisbeheersing, incidentbestrijding en risicobeheersing met enkele burgemeesters inhoudelijk worden voorgesproken.
Vestigingsplaats Eindhoven
Financieel belang 1-1-2025 31-12-25
3,67% 3,67%
Bijdrage gemeente Valkenswaard 2024 2025
(bedragen x € 1.000)
€ 1.941 € 2.037
Risico’s In de paragraaf Risicobeheersing en weerstandsvermogen van de Begroting zijn de risico’s en de bijbehorende weerstandcapaciteit benoemd. De omvang van de algemene reserve is onvoldoende t.o.v. het gewenste weerstandsvermogen op basis van de analyse van de risico’s. Het is niet reëel dat alle benoemde risico’s zich gelijktijdig en in de geraamde omvang voordoen. Daarmee achten we het acceptabel dat niet alle risico’s via de algemene reserve zijn afgedekt. Tevens zijn kans en impact van enkele risico lastig om in te schatten. In het uiterste geval zal VRBZO terugvallen op de gemeenten om de kosten te dekken.
Financiële informatie Resultaat 2025 (geprognotiseerd) Eigen vermogen per 01-01-2025 Eigen vermogen per 31-12-2025 Vreemd vermogen per 01-01-2025 Vreemd vermogen per 31-12-2025
(bedragen x € 1.000)
€ 0 € 2.251 € 4.049 € 29.272 € 38.548

Ergon – Werkvoorzieningsschap Regio Eindhoven

Terug naar navigatie - Ergon – Werkvoorzieningsschap Regio Eindhoven
bedragen x € 1.000
Ergon – Werkvoorzieningsschap Regio Eindhoven
Visie/doel Ergonbedrijven is het uitvoeringsorgaan van de Gemeenschappelijke Regeling Werkvoorzieningschap Regio Eindhoven (GRWRE). We zien het als onze missie om 80% van de werkzoekenden die bij Ergon starten, binnen zes maanden aan betaald werk te helpen. We stimuleren mensen om het uiterste uit zichzelf te halen. Door inzicht te geven in de eigen mogelijkheden. Door te groeien in werk- en vakvaardigheden. Door te helpen passend werk te vinden. En als mensen aan het werk zijn, begeleiden we ze op inhoudelijk en sociaal vlak. Samen met onze partners helpen we mensen naar, aan en in werk.
Type verbonden partij Gemeenschappelijke Regeling
De gemeente Geldrop-Mierlo heeft een inkooprelatie (geen deelnemer).
Bestuurlijk belang Het college is met de wethouder Werk & Inkomen vertegenwoordigd in het algemeen bestuur en dagelijks bestuur van de Ergon. Wethouder Wmo en zorg neemt deel in het algemeen bestuur van de Ergon.
Vestigingsplaats Eindhoven
Financieel belang 1-1-2025 31-12-2025
De middelen die de gemeente Valkenswaard van het rijk ontvangt voor de uitvoering van WSW-taken worden doorbetaald naar Ergon. De middelen die de gemeente Valkenswaard van het rijk ontvangt voor de uitvoering van WSW-taken worden doorbetaald naar Ergon.
Bijdrage gemeente Valkenswaard 2024 2025
(Bedragen x € 1.000)
€ 4.889 € 5.640
Risico’s De Algemene reserve van Ergon bedraagt voor resultaatbestemming per 31 december 2024 € 9,4 miljoen. Deze reserve dient als weerstandsvermogen om risico’s financieel op te vangen. Het benodigde weerstandsvermogen van € 13,8 miljoen wordt nog niet gehaald. Rekening houdend met kans en impact van de risico’s is de vastgestelde hoogte van het weerstandsvermogen afdoende.
Het niet-gedekte risico voor gemeente Valkenswaard is nihil.
Financiële informatie Resultaat Eigen vermogen per 01-01-2025 Eigen vermogen per 31-12-2025 Vreemd vermogen Vreemd vermogen
(Bedragen x € 1.000) 2025 (geprognotiseerd per 01-01-2025 per 31-12-2025
€ n.n.b. € n.n.b. € n.n.b. € n.n.b. € n.n.b.

Cure

Terug naar navigatie - Cure
bedragen x €1.000
Cure
Visie/doel Door middel van een openbaar lichaam behartigen van de belangen van - en het tot stand brengen van een samenwerking tussen- de aan de regeling deelnemende gemeenten op het terrein van het beheer van huishoudelijke afvalstoffen afkomstig uit de deelnemende gemeenten en de daarmee samenhangende taken, een en ander met inachtneming van de Wet milieubeheer en van het door de overheid gevoerde afvalstoffenbeleid.
Type verbonden partij Overige verbonden partijen
Deelnemende partijen De gemeenten Eindhoven, Geldrop-Mierlo en Valkenswaard.
Bestuurlijk belang In het dagelijks bestuur is de wethouder duurzaamheid vertegenwoordigd. In het Algemeen Bestuur zijn de wethouder duurzaamheid en de wethouder financiën vertegenwoordigd.
Vestigingsplaats Eindhoven
Financieel belang 1-1-2025 1-1-2024
8.5 % 8.5 %
Bijdrage gemeente Valkenswaard 2024 2025
(bedragen x € 1.000)
€ 3.771 3.948
Risico’s Mogelijke schade en risico’s van materieel belang kunnen niet binnen de eigen weerstandscapaciteit worden opgevangen. Jaarlijks wordt er afgerekend met de deelnemende gemeenten. Eventuele risico’s zijn voor rekening van de gemeenten. Vanaf 2017 is er een post onvoorzien opgenomen in de begroting om autonome externe ontwikkelingen op te vangen. Deze post bedraagt in 2025 €379.000. De werkzaamheden die uitgevoerd worden kenmerken zich door een intensieve deelname aan het verkeer. Om risico’s financieel af te dekken zijn er verschillende verzekeringen afgesloten: materieel, persoonlijke ongevallen, milieutechnisch en aansprakelijkheid bestuurders. Andere risico’s zijn de verhoging van belasting op milieugrondslag c.q. verbrandingsbelasting en hogere verwerkingstarieven. Dit kan een grote risico met zich meebrengen, zelf groter dan waarmee in de post onvoorzien rekening is gehouden.
Financiële informatie (bedragen x € 1.000) Resultaat Eigen vermogen per 01-01-2025 Eigen vermogen per 31-12-2025 Vreemd vermogen 01-01-2025 Vreemd vermogen 31-12-2025
€ n.n.b. € n.n.b. € n.n.b. € n.n.b. € n.n.b.

BGTS

Terug naar navigatie - BGTS
bedragen x €1.000
Natuurgrenspark BGTS Groote Heide
Visie/doel Het samenwerkingsverband heeft de status van een Benelux Groepering voor Territoriale Samenwerking (BGTS). Het doel van deze samenwerking is om toerisme en recreatie, als economische drager te stimuleren en zo het natuurgrenspark op de kaart te zetten. Dit doen ze door de 6.000 hectare natuur, die de zes gemeenten met elkaar verbindt, te promoten en waar mogelijk verder te ontwikkelen en kwaliteit toe te voegen in samenwerking met de diverse partners.
Type verbonden partij Overige verbonden partijen
Deelnemende partijen Natuurgrenspark De Groote Heide is een samenwerkingsverband tussen vier Nederlandse gemeenten (Cranendonck, Eindhoven, Heeze-Leende en Valkenswaard) en twee Belgische gemeenten (Hamont-Achel en Pelt).
Middels een gebruiksovereenkomst heeft Stad Hamont-Achel het beheer en de exploitatie van Inspriratiepunt De Groote Heide overgedragen aan BGTS De Groote Heide die daarmee in staat voor de dagelijkse gang van zaken en een goed beheer.
De BGTS heeft onlangs een Europese Interreg subsidie toegekend gekregen voor de periode 2024-2027. Hierbij is De Groote Heide niet alleen partner in de uitvoering van projecten, maar ook lead partner voor het totale partnership. Dit helpt om een volgende slag in de ontwikkeling te maken.
Om deze ontwikkeling te maken is eind 2023 door een extern bureau een advies voor organisatieontwikkeling opgesteld die in de kern de volgende voorstellen doet:
§  Het invoeren van een meer resultaatgerichte aanpak om kosteneffectief te komen tot de gewenste resultaten.
§  Het maken van afspraken vanuit de deelnemende gemeenten.
§  Het herijken van de huidige organisatiestructuur met bijpassende governance.
Vanuit de deelnemende gemeenten zijn er per gemeente één of meerdere medewerkers op de vakgebieden bos, natuur, recreatie/ toerisme, (online en offline) marketing/ communicatie en gebiedspromotie voor een deel van hun werktijd gedetacheerd naar de BGTS. De exploitatie van Inspiratiepunt De Groote Heide is belegd bij de BGTS die daarvoor twee onthaalmedewerk(st)ers in dienst heeft.
Bestuurlijk belang Het bestuur van de BGTS bestaat uit collegeleden van de deelnemende gemeenten en kent een Algemeen Bestuur, Dagelijks Bestuur en de voorzitter.
Vestigingsplaats Hamont-Achel
Financieel belang 1-1-2025 31-12-25
20% 20%
Bijdrage gemeente Valkenswaard 2024 2025
(bedragen x € 1.000)
€ 44 € 53
Risico’s De BGTS Groote Heide heeft een beperkt budget en beperkte eigen personeelsformatie waarmee de taken en doelen mee moeten worden gerealiseerd. De deelnemende gemeenten moeten ieder 2 x 0,3 fte menskracht leveren. Dat gebeurt niet altijd ofwel niet altijd met de juiste medewerkers waar qua kennisachtergrond en competenties behoefte aan is.
De omvangrijke Interegsubsidie vraagt om een goede beheerorganisatie voor deze opgave. Die is deels ingevuld met professionele inhuur en deels eigen bezetting.
Financiële informatie Resultaat 2025 (geprognotiseerd) Eigen vermogen per 01-01-2025 Eigen vermogen per 31-12-2025 Vreemd vermogen per 01-01-2025 Vreemd vermogen per 31-12-2025
(bedragen x € 1.000)
€ n.n.b. € n.n.b. € n.n.b. € n.n.b. € n.n.b.

BNG Bank

Terug naar navigatie - BNG Bank
bedragen x €1.000
BNG Bank
Visie/doel BNG Bank is er voor het publieke domein en het publieke belang. De purpose van BNG Bank is: Gedreven door maatschappelijke impact. Bij BNG Bank draait het niet om zoveel mogelijk winst, maar om maximale maatschappelijke impact. Dat is de drijfveer van BNG Bank.
Bijdrage Er vindt geen jaarlijkse bijdrage plaats
Financieel belang Gemeente Valkenswaard heeft 12.987 aandelen in bezit, met een waarde van €2,50 per aandeel. Dit is 0,02% van de totale aandelen.
Vestigingsplaats Den Haag
Financieel belang (bedragen x € 1.000) 1-1-2025 31-12-2025
0,02% 0,02%
€ 32 € 32
Risico’s Er zijn geen concrete risico's bij de verbonden partij. De dividenduitkering vindt plaats op basis van de jaarlijske winst, waarmee er enige onzekerheid is over de hoogte van het rendement.
Financiële informatie Resultaat 2025 (geprognotiseerd) Eigen vermogen per 01-01-2025 Eigen vermogen per 31-12-2025 Vreemd vermogen per 01-01-2025 Vreemd vermogen per 31-12-2025
(bedragen x € 1.000)
€ 0 nnb nnb nnb nnb
Risico’s worden conform het BBV, artikel 11, lid b, gedefinieerd als alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. Indien er geen redelijk beeld gevormd kan worden omtrent de risico’s en/of het weerstandsvermogen, wordt er standaard 10% van de gemeentelijke bijdrage opgenomen in het weerstandsvermogen van de gemeente.

Grondbeleid

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De manier waarop de gemeente invloed uitoefent op de realisatie van ruimtelijke plannen kan kortweg worden gezien als de essentie van gemeentelijk grondbeleid. Een slagvaardig grondbeleid is een randvoorwaarde voor het welslagen van ruimtelijk en sectoraal beleid.  

Toekomstvisie, Structuurvisie, Omgevingsvisie, Woningbouwprogramma en andere beleidsnota’s geven richting aan de toekomstige ontwikkeling van Valkenswaard. Om te zorgen dat de gemeente daarin de regie kan voeren is het van belang dat zij zich naast publiekrechtelijke kaders kan bedienen van privaatrechtelijke kaders en instrumenten. Dit kan door het voeren van een dynamisch grondbeleid. 

De doelstellingen en werkwijzen en instrumenten van het grondbeleid liggen vast in de Nota Grondbeleid, vastgesteld op 16 mei 2024. 

Prognose resultaat totale bouwgrondexploitatie

Terug naar navigatie - Prognose resultaat totale bouwgrondexploitatie

Jaarlijks worden de lopende bouwgrondexploitaties (grexen) geactualiseerd. Het proces van de actualisatie valt samen met het proces van de jaarrekening. Ten behoeve van de begroting 2025 is de rentevoet aangepast en zijn de kostenramingen geactualiseerd. De eerstvolgende actualisatie vindt plaats ten behoeve van de vaststelling van de jaarrekening 2024.  

Medio 2024 zijn de onderstaande 8 grondexploitaties actief en worden onderstaande resultaten op einddatum geraamd. 

bedragen x € 1.000
Grondexploitatie Einde looptijd Verwacht resultaat op einddatum Tussentijdse winstneming t/m 2023 Totaal resultaat einde looptijd na tussentijdse winstnemingen
Scottstraat 2028 786 6 792
Lage Heide wonen* 2025 2.759 4.600 7.359
Lage Heide landgoederen* 2025 89 0 89
Lage Heide natuur* 2025 -1.737 0 -1.737
Jasmijn/Hazelaar 2026 2.040 3 2.043
Le Sage ten Broekstraat 2029 488 0 488
Keizerstraat-Venbergseweg 2027 359 0 359
Wilde Wingerd 2026 602 0 602
Tabel: resultaat op einddatum
* = Grexen Lage Heide financieel één grex.

Risicoanalyse

Terug naar navigatie - Risicoanalyse

In de crisisperiode (2008-2010) waarin sommige gemeenten enorme bedragen in de grondexploitaties moesten afboeken, heeft Valkenswaard de risico’s met een scenariomodel gemonitord. Voor een tweetal grexen met een (beperkt) risico hebben we steeds een drietal scenario’s doorgerekend. Het betrof de grexen van het plan Lage Heide Wonen en Lage Heide Landgoed.
 
Inmiddels zijn de risico’s voor deze twee grexen dermate verkleind, dat het niet meer noodzakelijk is om voor deze grexen een risicoberekening uit te voeren. Voor de grex Lage Heide Wonen is er nog slechts één kavel van de oorspronkelijke 71 kavels te koop en voor de grex Lage Heide Landgoed zijn alle vijf kavels verkocht of is er een koopovereenkomst gesloten. Mede hierdoor is het risico dat de verwachte resultaten niet gehaald worden niet meer van toepassing. Voor alle andere grexen liggen er besluiten voor de voorgenomen grondverkoop, zijn er taxaties gemaakt of worden nog bestemmingsplanprocedures doorlopen. 

Voor de grexen, waarvan het bestemmingsplan nog in procedure is, zijn nog geen risicoberekeningen gemaakt, omdat de juiste omvang van de te verkopen bouwkavels nog niet vaststaat. Daarnaast hebben we hier gerekend met behoudende grondprijzen (die lager zijn dan wij als uitkomst verwachten van de nog uit te voeren taxaties van de grondprijs). 

Voorziening lage heide

Terug naar navigatie - Voorziening lage heide

De grexen Lage Heide Wonen, Landgoederen en Natuur worden financieel beschouwd als één grex. De eindwaarde van de grex Natuur is negatief. Voor de grexen Wonen en Landgoederen zijn eindwaarden positief. Voor het totale grex Lage Heide leidt dit tot een gezamenlijk gewogen resultaat van €6.594.404 positief.  
 
Garantie grondprijsverlaging
In de woningmarktanalyse (raadsvoorstel 13raad00478 d.d. 5 september 2013) zijn stimulerende maatregelen benoemd die direct invloed hebben op het resultaat van de lopende grondexploitaties. De maatregel, die effect heeft op het resultaat van de lopende grondexploitatie, is de garantie die de gemeente aan de koper van een bouwkavel verstrekt, die garandeert dat een eventuele verlaging van de grondprijs binnen 10 jaar na aankoop wordt terugbetaald aan de consument. 

Bij de behandeling van het raadsvoorstel 2e actualisatie bouwgrondexploitaties 2015 heeft uw raad een amendement aangenomen, dat deze garantieregel met ingang van 1 april 2016 te beëindigen, waarbij de tot dat moment afgegeven garanties worden gerespecteerd. Dit betekent een risico bij grondprijsverlaging.  
 
Tot en met 1 april 2016 hebben wij zes bouwkavels in de grex Lage Heide wonen verkocht met toepassing van de prijsgarantie. In het onderstaande overzicht geven wij de concrete financiële gevolgen aan voor de grex Lage Heide wonen bij een grondprijsverlaging. Voor de bepaling van het risicobedrag zijn we uitgegaan van een substantiële grondprijsverlaging naar € 322/m2. 

Het risicobedrag moet uitbetaald worden op het moment dat u besluit om de bouwgrondprij-zen te verlagen. Op basis van het aantal vierkante meters bouwgrond van de verkochte bouwkavels kan een negatief resultaat optreden van € 101.732. Het risicobedrag is ten laste gebracht van de ondergrens van de Reserve Grondexploitaties. 

Kavelnummer + oppervlakte Aankoopjaar Prijs verkoopdatum Risicobedrag
Kavel 14 (463 m2) 2015 €380/m2 26.854
Kavel 30 (480 m2) 2016 €380/m2 27.840
Kavel 35 (378 m2) 2016 €380/m2 21.924
Kavel 41 (433 m2) 2016 €380/m2 25.114
Totaal garantiebedrag 101.732

Conclusie voorziening lage heide

Terug naar navigatie - Conclusie voorziening lage heide

Uit onderstaande tabel blijkt dat het totaal resultaat van de grexen Lage Heide positief blijft en er geen voorziening getroffen moet worden. 

Grondexploitatie Lage Heide Einde looptijd Resultaat op eindwaarde Resultaat gebaseerd op gewogen resultaat of eindwaarde
·         Lage Heide wonen basis 2025 8.241.112 Eindwaarde
·         Prijsgarantie PO-kavels -101.732 Risicobuffer
Lage Heide landgoederen 2025 90.771 Eindwaarde
Lage Heide natuur 2025 -1.737.478 Eindwaarde
Lage Heide totaal 6.492.672

Resume voorzieningen alle grexen

Terug naar navigatie - Resume voorzieningen alle grexen

Voor grexen waarvoor een nadelig exploitatieresultaat wordt verwacht zijn voorzieningen getroffen. Jaarlijks worden de voorzieningen bij de jaarrekening op basis van geactualiseerde grexen de voorzieningen aangepast, waarbij de voorziening verhoogd of verlaagd wordt op basis van het verwachte resultaat (netto contant op 1-1-23).

Voor de grexen waarvoor op basis van de gewogen netto contante waarde een negatief resultaat wordt verwacht worden voorzieningen getroffen. De mutaties in de voorzieningen worden ten laste gebracht  van de Reserve Grondexploitaties. Voor de lopende grexen voor de begrotingsjaren 2025 e.v. zijn er geen grexen met een nadelig exploitatieresultaat waardoor er geen voorzieningen moeten worden getroffen.

Reserve Grondexploitaties

Terug naar navigatie - Reserve Grondexploitaties

Bij tussentijdse winstneming is nog geen sprake van definitief gerealiseerde winsten en bestaat daarom het risico dat de werkelijke winsten, ondanks het feit dat een voorgeschreven methodiek wordt gehanteerd bij de berekening van de tussentijdse winstneming, lager zullen zijn. Voorzichtigheidshalve worden bij het opmaken van de jaarrekening de tussentijdse winsten vanaf 2018 toegevoegd aan de Reserve Grondexploitaties. 

In februari 2022 heeft u een rekenmethodiek voor de maximale hoogte van de Reserve Grondexploitaties vastgesteld. Met het vaststellen van de ondergrens voor de reserve kan een deel van het saldo worden toegevoegd aan de Algemene reserve. De Reserve Grondexploitaties wordt gebruikt als dekking voor tegenvallende resultaten in de grexen en betalingen van de vennootschapsbelasting over de winstgevende grexen. Deze nieuwe methodiek is bij de jaarrekening 2021 voor het eerst toegepast. 
 
De Reserve Grondexploitaties bedraagt op 31 december 2023 €1.680.006. (voorlopige jaarrekening 2023, peildatum augustus 2024)

Tussentijdse winstneming

Terug naar navigatie - Tussentijdse winstneming

In de Notitie Grondexploitatie 2016 is door de commissie BBV aangegeven op welke wijze rekening gehouden moet worden met tussentijds winst nemen bij positieve grondexploitatiecomplexen. Het verantwoorden van tussentijdse winst is geen keuze maar een verplichting die voortkomt uit het realisatiebeginsel. 
 
Onze accountant heeft ons geadviseerd om de tussentijdse winstneming als volgt te formuleren: 
“Voor de berekening van de tussentijdse winst wordt voor alle grexen uitgegaan van het resultaat op einddatum met uitzondering van de grexen waarvoor een risicoberekening is opgesteld. Bij een “risico”-grex wordt voor het bepalen van de tussentijdse winst uitgegaan van het gewogen resultaat van de risicoscenario’s op einddatum.” Op dit moment worden de grexen van Lage Heide wonen en Landgoed aangemerkt als risico-grexen. 
 
Bij de vaststelling van de jaarrekening 2023 zijn de tussentijdse winsten voor het boekjaar 2023 vastgesteld en toegevoegd aan de Reserve Grondexploitaties. 

Invoering Wet vennootschapsbelasting (Vpb)

Terug naar navigatie - Invoering Wet vennootschapsbelasting (Vpb)

Op 1 januari 2016 zijn de Vpb-regels voor de grondexploitatie in werking getreden.  De activiteiten voor de grondexploitaties zijn in het kader van de Vpb een onderneming, waardoor deze belastingplichtig zijn. Inmiddels hebben we van de belastingdienst bericht dat we t/m 2020 definitief geen vennootschapsbelasting hoeven te betalen. De verwachting is dat we t/m 2025 geen Vpb hoeven te betalen. Derhalve is er in de Reserve Grondexploitaties geen reservering opgenomen voor een mogelijke afdracht.  

Subsidieverstrekking

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De kwaliteit van de samenleving in de gemeente Valkenswaard en haar kernen Borkel, Schaft en Dommelen wordt mede gekenmerkt door de hoge mate van sociale samenhang. Het fundament van die sociale samenhang wordt gevormd door betrokken burgers die vorm geven aan de samenleving, hun samenleving. Veel activiteiten die burgers ontplooien, komen tot stand in georganiseerd verband. De gemeente Valkenswaard vindt die activiteiten belangrijk. Daarom verstrekt de gemeente jaarlijks subsidies aan een breed scala van meer dan honderd verenigingen en organisaties.

Er zijn veel verschillende subsidies en daarom hebben we de algemene subsidieverordening beperkt tot de hoofdlijnen. Het gaat om een procedureverordening en daarnaast gelden de beleidsregels. De subsidies kunnen structureel en incidenteel zijn en daarnaast is er sprake van subsidierelaties met gewone en intensieve sturing door de gemeente. Met subsidierelaties die hoog scoren op bepaalde criteria is er intensiever contact vanuit de gemeente, zodat we zowel op bestuurlijk als op ambtelijk niveau tot een goed plan en een adequate monitoring kunnen komen. Het gaat om criteria zoals het van vitaal belang zijn voor het welbevinden van de burger, het bepalend zijn voor het al dan niet realiseren van gemeentelijke beleidsdoelstellingen en het vormen van een groot financieel risico voor de gemeente. 

Subsidiebeleid en subsidieverordening

Terug naar navigatie - Subsidiebeleid en subsidieverordening

Begin 2019 is de evaluatie van het Subsidiebeleid 2016 en de verordening opgeleverd. Aan de hand van deze evaluatie zijn het beleid, de subsidieverordening en de beleidsregels aangepast. Dit aangepaste beleid is van toepassing op structurele subsidies vanaf 2021 en voor incidentele vanaf 2020. In 2024 wordt het subsidiebeleid geëvalueerd en aangepast. Het nieuwe beleid zal in 2025 vastgesteld worden.

Subsidieplafond

Terug naar navigatie - Subsidieplafond

Gebaseerd op de algemene subsidieverordening stelt de gemeenteraad, bij de jaarlijkse vaststelling van de begroting, per cluster het bedrag vast dat ten hoogste als budgetsubsidie door het college kan worden verleend aan organisaties. Dit zogenoemde subsidieplafond is bedoeld voor het daaropvolgende jaar en moet gebruikt worden om de doelen binnen het cluster te bereiken. Als er extra activiteiten nodig zijn om ons beleid goed te kunnen uitvoeren moet dat passen binnen de kaders van het subsidieplafond.

Op basis van het in 2016 vastgestelde subsidiebeleid zijn de subsidies verdeeld in clusters. Deze clusters geven aan welke maatschappelijke doelen worden gediend. In onderstaande tabel geven we aan welk subsidiebedrag met welk cluster is gemoeid:

 

bedragen x € 1.000
Cluster Subsidieplafond 2025
Meedoen Makkelijker Maken 1.992
Opgroeien en Opvoeden 1.675
Toerisme (VVV) 79
Cultuur (Bibliotheek) 697
Bevorderen Sociale Cohesie 178
Cultuur 1.579
Ondersteuning Ondernemersklimaat 88
Sport 380
Toerisme 62
Vormgeving en Ontwikkeling 28
Volksgezondheid en Zorg 17
Totaal 6.775

Intensieve sturingsrelaties

Terug naar navigatie - Intensieve sturingsrelaties

Bij de behandeling van de jaarrekening 2022 in de raadsvergadering van 6 juli 2023 is een motie aangenomen om met ingang van het jaar 2023 een paragraaf dan wel bijlage aan de Jaarrekening/Jaarverslag toe te voegen, te weten: “Intensieve subsidierelaties” en de uitvoering cq inhoud hiervan waaronder kengetallen af te stemmen met de Auditcommissie. Naar aanleiding van deze motie is op 18 december een voorstel besproken in de auditcommissie. Dit is in de jaarrekening 2023 voor het eerst verwerkt in een overzicht van de intensieve sturingsrelaties met daarin de omvang van de subsidie en per relatie een toelichting waarvoor deze subsidies zijn bedoeld. 

Gedurende het jaar vindt met de intensieve sturingsrelaties periodiek zowel ambtelijk als bestuurlijk overleg plaats. In die gesprekken wordt de voortgang op de afspraken in de beschikking besproken. Met de intensieve sturingsrelaties binnen het sociaal domein zijn uniforme afspraken gemaakt als het gaat om inzet en verantwoording van de subsidie voor de inzet voorliggend veld versus de bijdrage aan het CJG/ Sociaal Team. Voor de inzet voorliggend veld gelden voorwaarden op basis waarvan de sturingsrelaties vanaf 2022 de inzet van uren in het voorliggend veld verantwoorden. Voor een deel van de activiteiten wordt een inwoner-ervaringsonderzoek afgenomen. Voor de bijdrage aan CJG/ Sociaal Team wordt gewerkt met een gezamenlijk ontwikkelplan waarin afspraken zijn opgenomen over ontwikkeling van onder andere de kwaliteit en scholing. Het is momenteel nog niet mogelijk om een overzicht te geven van de resultaten van de intensieve subsidierelaties ten aanzien van de inzet in het voorliggend veld. Wel worden deze sturingsrelaties jaarlijks gevraagd om aan te geven aan welke doelen binnen het sociaal domein hun inzet bijdraagt. De resultaten van de activiteiten van de sturingsrelaties ten behoeve van het CJG/ Sociaal Team komen terug in de periodieke Monitor Sociaal Domein en de cliënt-ervaringsonderzoeken Jeugd en WMO. Bij het beleidskader sociaal domein zijn nieuwe indicatoren geformuleerd die in 2025 verder vertaald worden naar indicatoren voor de intensieve sturingsrelaties.

Wet open overheid (Woo)

Wet open overheid

Terug naar navigatie - Wet open overheid

Op 1 mei 2022 is de Wet open overheid (Woo) in werking getreden. De Woo vervangt de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). De Woo heeft tot doel om overheden en semioverheden transparanter te maken.  

Artikel 3.5 van de Woo schrijft voor dat een bestuursorgaan in de begroting aandacht besteed aan de beleidsvoornemens inzake de uitvoering van de wet. In de jaarstukken moeten we verslag doen van de uitvoering van de wet, mede in relatie tot de beleidsvoornemens. 
De wet geeft regels over het actief openbaar en toegankelijk maken van overheidsinformatie en moet ervoor zorgen dat deze informatie beter vindbaar, voor burgers doorzoekbaar en goed te archiveren is. Daarbij bouwt de Woo op drie pijlers: 
•    Actieve openbaarmaking 
•    Openbaarmakingsplicht op verzoek
•    Informatiehuishoudingsplicht

Actieve openbaarmaking

Terug naar navigatie - Actieve openbaarmaking

Ten eerste verplicht de Woo op grond van artikel 3.3. overheidsorganisaties documenten actief openbaar te maken. De Woo noemt hierbij elf categorieën documenten die actief openbaar moeten worden gemaakt. Het overgangsrecht van de Woo regelt dat de start van de actieve openbaarmaking van deze elf categorieën wordt geregeld in een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). Daarin zal naar verwachting naast de datum ook worden bekend gemaakt dat de elf categorieën niet allemaal tegelijk openbaar moeten worden gemaakt, maar dat daar een fasering in wordt aangebracht. Momenteel worden een aantal typen documenten al actief openbaar gemaakt. Hierbij valt te denken aan raadsstukken, lokale wet- en regelgeving en beleidsregels.  

Om actieve openbaarmaking te ondersteunen, komt er een verwijsindex. Deze ‘Woo-index’ moet het voor inwoners makkelijker maken openbare documenten te doorzoeken. In de index wordt verwezen naar locaties waar gemeenten hun informatie publiceren. Om aansluiting te kunnen vinden bij de index, wordt er door gemeente zelf een publicatieplatform ingericht.  

Openbaarmakingsplicht op verzoek

Terug naar navigatie - Openbaarmakingsplicht op verzoek

Naast actieve openbaarmaking, kunnen inwoners op eigen verzoek vragen om bepaalde informatie openbaar te maken. Ook bij openbaarmaking op verzoek gaat de Woo ervan uit dat het belang van openbaarheid altijd geldt en dat alleen in uitzonderingsgevallen een bijzonder belang vóór openbaarmaking kan gaan. Deze belangen zijn omschreven in de Woo. Concreet betekent dit dat een Woo-verzoek (of onderdelen daarvan) alleen kan (of kunnen) worden geweigerd wanneer een bijzonder belang in het geding is. 

Informatiehuishoudingsplicht

Terug naar navigatie - Informatiehuishoudingsplicht

De Woo verplicht gemeenten de informatiehuishouding op orde te brengen en te houden. Wij werken voortdurend aan de verbetering van onze informatiehuishouding. Jaarlijks worden stappen gezet, mede door de invoering van zaakgericht werken en de invloed van digitalisering. 

In 2024 zijn diverse stappen gezet om uitvoering te kunnen geven aan de Woo. In 2024 heeft het Rijk een landelijke toets laten uitvoeren. Uit deze invoeringstoets bleek dat de Woo lange afhandelingstermijnen bij informatieverzoeken kent en de wet voor een grote uitvoeringslast bij overheidsorganisaties zorgt. Inmiddels zijn richtlijnen ontvangen hoe omgegaan dient te worden met omvangrijke W00-verzoeken. Ook wordt er landelijk een onderzoek in gang gezet naar de concrete uitvoeringslasten en kosten van de Woo.